voetbalzone

Edwin van der Sar: ‘Dat heeft Ajax een hele mooie periode gekost’

Chris Meijer07 mei 2020, 07:07
Laatst bijgewerkt: 07 mei 2020, 07:07
Advertentie
Advertentie

Edwin van der Sar werd in 1990 pas op negentienjarige leeftijd door Ajax weggehaald bij de amateurs van Noordwijk. Uiteindelijk won hij als doelman van de Amsterdammers onder meer vier landstitels, drie keer de TOTO KNVB Beker, een Champions League en een WK voor clubteams, alvorens hij in 1999 naar Juventus vertrok. In het programma Tussen de Palen van Ziggo Sport vertelt Van der Sar over de rol van Louis van Gaal in zijn loopbaan.

“Zonder Louis had ik niet bij Ajax gespeeld”, vertelt Van der Sar. “Hij kaartte maandelijks met een groepje vrienden, onder wie mijn trainer van Noordwijk. Hij zei: ‘Louis, je moet een keer komen kijken, want ik heb een rechtsbuiten en een keeper die je zo bij Ajax zou kunnen gebruiken’. Mijn trainer had een beetje een grote mond, dus Louis zei: ‘Deel die kaarten, kom op’. Maar mijn trainer bleef aanhouden dat hij een keer moest komen kijken en dat heeft hij gedaan. Later kreeg ik per brief een uitnodiging van Ajax om een keer proef te komen trainen.”

“Dan moet je zelf nog wat doen, om je niveau omhoog te krijgen. En uiteraard het vertrouwen winnen van spelers en een trainer, die het lef moet hebben om een ervaren doelman te vervangen door een gozer van 1,97 meter met hele dunne pootjes”, gaat Van der Sar verder. Hij werd vanaf 1992 de opvolger van Stanley Menzo onder de lat van Ajax. In 1995 volgde het eerste grote hoogtepunt van zijn loopbaan, toen de Amsterdammers de Champions League wisten te winnen.

“We waren een jonge garde, jonge honden die alles opvraten wat Danny Blind, Frank Rijkaard en Van Gaal ons meegaven. De manier hoe we trainden en tactisch voorbereid werden, heb ik niet vaak meer meegemaakt. Hij is een trainer die spelers beter maakt. Niet de manager, maar écht een trainer die je beter maakte”, is de oud-doelman lovend over Van Gaal. Ondanks dat Ajax in 1996 ook de Champions League-finale haalde, viel het elftal daarna uit elkaar. “De Bosman-regel werd ingevoerd, Nederlanders konden eerder naar het buitenland. Dat heeft Ajax een hele mooie periode gekost. Want als je dit elftal langer bij elkaar had kunnen houden, was het goud geweest.”

Van der Sar krijgt de vraag of hij de spelers van Ajax vorig seizoen nog even heeft herinnerd aan de Champions League-campagne van 1995. “Iedereen was er wel van doordrongen, want we wonnen van Real Madrid en Juventus. De schwung stond erin, er zat echt doorzettingsvermogen in het elftal. Het is zonde dat die vijf seconden het gekost hebben”, verwijst Van der Sar naar de dramatische uitschakeling tegen Tottenham Hotspur in de halve finale. “Het absolute gevoel van dood... Je zit op de tribune, ziet die bal naar de zijkant gaan en de spelers vallen neer. Ik keek naar de klok om te zien of er nog een minuut was, voor een kans of een corner. Dat was het niet geval. De spelers en staf hebben een fantastische prestatie neergezet.”