Feyenoord treft ambitieuze oude reus: ‘Ze worden hier gezien als iets groots’
Voor Feyenoord begint de Europese campagne donderdagavond met een thuiswedstrijd tegen Dinamo Tbilisi. De Rotterdammers treffen met de koploper van de Erovnuli Liga een ploeg die in een uitstekende vorm verkeert en klaar lijkt om de macht in Georgië definitief weer in handen te nemen. “Feyenoord gaat niets cadeau krijgen, ik ben enorm benieuwd naar die twee wedstrijden”, zo voorspelt Alvin Fortes, in Georgië actief als speler van FC Dila Gori, in gesprek met Voetbalzone.
Door Chris Meijer
De zaken staan er tegenwoordig wat anders voor dan tijdens de laatste, en tevens enige, keer dat Feyenoord en Dinamo Tbilisi tegenover elkaar stonden. In het seizoen 1980/81 versperde de Georgische topclub de Rotterdammers de weg naar de finale van de Europa Cup II: in Tbilisi verloor Feyenoord met 3-0, waarna een 2-0 overwinning in de return niet voldoende was om de in Georgië opgelopen schade te repareren. Dinamo Tbilisi won dat seizoen uiteindelijk de Beker der Bekerwinnaars, door het Oost-Duitse Carl Zeiss Jena in de finale met 2-1 te verslaan. Het winnen van de Europa Cup II is, en blijft waarschijnlijk, het hoogtepunt in de clubhistorie. Samen met Dinamo Kiev zijn de Georgiërs de enige club die ten tijde van de Sovjet-Unie een Europese prijs in de wacht wist te slepen. Feyenoord trof Dinamo Tbilisi 38 jaar geleden in zijn hoogtijdagen, in de periode dat het een absolute topclub in de Sovjet-Unie was. In 1976 en 1979 werd de Beker van de Sovjet-Unie gewonnen, terwijl Dinamo Tbilisi zich in 1978 tot kampioen kroonde. Het was de tweede titel, nadat men eerder in 1964 al eens de beste van de Sovjet-Unie was geweest.
Dinamo Tbilisi speelde tussen 1936 en 1989 onafgebroken in de hoogste competitie van de Sovjet-Unie en degradeerde nooit, waarmee de club zich in een select gezelschap begeeft. Alleen Dinamo Moskou en Dinamo Kiev wisten zich ook altijd te handhaven op het hoogste niveau. In de tijd van de Sovjet-Unie stond Dinamo Tbilisi op eenzame hoogte in Georgië, want slechts vier andere Georgische clubs slaagden erin om het hoogste niveau te bereiken. Torpedo Kutaisi (13 seizoenen), Spartak Tbilisi (2 seizoenen), Guria Lanchkhuti (1 seizoen) en Lokomotive Tbilisi (1 seizoen) hielden het echter aanmerkelijk korter vol in de Sovjet-competitie dan Dinamo Tbilisi (51 seizoenen). De enige reden dat Dinamo Kiev, Dinamo Moskou en Spartak Moskou uiteindelijk meer seizoenen achter hun naam hebben staan, is dat men in Tbilisi in 1989, drie seizoenen voor het einde van de competitie van de Sovjet-Unie, gedwongen werd om in de nieuw opgerichte Georgische competitie te gaan spelen.
Het einde van de relatief grote en sterke Sovjet-competitie heeft de tijden voor Dinamo Tbilisi definitief veranderd. Eén ding veranderde in eerste instantie echter niet: de club bleef in Georgië oppermachtig. De eerste tien seizoenen van de Erovnuli Liga werden allemaal gewonnen door Dinamo Tbilisi, tot Torpedo Kutaisi in 2000 de hegemonie doorbrak. Het betekende een kantelpunt, want nadien werd nog ‘slechts’ zesmaal het landskampioenschap gevierd in twintig seizoenen. De grootmacht van weleer stond in de tussentijd zelfs op omvallen, wegens financiële problemen. “De overheid stond destijds op om Dinamo Tbilisi te redden, dat zegt wel dat het meer dan een club alleen is. In de tijd van de financiële problemen golden ze als als schande voor het Georgische voetbal, maar daar is nu niks meer van terug te zien”, weet Fortes. Sinds 2011 is Dinamo Tbilisi in handen van Roman Pipia. De steenrijke zakenman kocht de club met het doel om het Georgische voetbal te ontwikkelen. Pipia heeft voornamelijk geïnvesteerd in de infrastructuur van Dinamo Tbilisi, waardoor men nu over een hypermodern stadion en trainingscomplex beschikt.
De investeringen in de infrastructuur waren voornamelijk bedoeld om de jeugdopleiding naar een hoger plan te kunnen tillen. Daardoor beschikt Dinamo Tbilisi inmiddels over een voor Georgische begrippen uitstekende academie, waarin ook verschillende buitenlandse trainers werkzaam zijn. De afgelopen jaren konden de vruchten geplukt worden van het door Pipia ingezette beleid. De huidige selectie herbergt met Nika Ninua, Giorgi Zaria, Irakli Azarovi, Giorgi Papava, Davit Kobouri, Beka Dartsmelia, Luka Kutaladze, Giorgi Moistsrapishvili en Giorgi Abuashvili de nodige spelers uit de eigen jeugdopleiding. Van de zelfopgeleide spelers lijkt Ninua de meest in het oog springende naam te zijn. De pas twintigjarige middenvelder vormt samen met de meer ervaren Papava doorgaans het controlerende blok op het middenveld, maar is desondanks uitermate productief. In de met 0-6 gewonnen uitwedstrijd tegen FC Locomotive Tbilisi van afgelopen weekeinde was Ninua goed voor twee doelpunten en twee assists.
Komende dinsdag publiceert Voetbalzone een uitgebreid interview met Alvin Fortes, die via Turkije en Tsjechië in Georgië terechtkwam.
“Ze spelen gedurfd en aanvallend voetbal, met hun Spaanse trainer tonen ze dit jaar meer lef. Het is een ploeg met het nodige zelfvertrouwen”, wijst Fortes op trainer Félix Vicente Miranda. De 41-jarige Spanjaard arriveerde in eerste instantie als looptrainer in Tbilisi, een functie die hij ook bij onder meer Levante, Leganés en Dalian Yifang vervulde. Na het ontslag van Kakhaber Kacharava werd Vicente aangesteld als hoofdtrainer. Hij wordt bijgestaan door landgenoot Xisco Muñoz, die als speler in drie jaar twee keer kampioen en tweemaal topscorer werd met de Georgische topclub. Onder het bewind van Vicente kent Dinamo Tbilisi tot dusver een uitstekend seizoen, want na 22 wedstrijden stevent de club als koploper van de Erovnuli Liga af op de eerste landstitel sinds 2016. In Georgië loopt de competitie sinds drie jaar weer over een kalenderjaar, waardoor men nu midden in het seizoen zit.
Dinamo Tbilisi kende een wat stroeve start van de competitie, met zes nederlagen en twee remises in de eerste veertien wedstrijden. Sinds eind mei is de ploeg van Vicente op volle toeren gaan draaien, met acht competitiezeges op rij. Dankzij die reeks werd de koppositie afgepakt van regerend kampioen FC Saburtalo, dat Dinamo Tbilisi vorig jaar met tien punten meer aftroefde in de titelstrijd. Ondertussen bleef men ook foutloos in de kwalificatiecyclus van de Europa League, waar UE Engordany uit Andorra (6-0 en 0-1) en Qabala uit Azerbeidzjan (0-2 en 3-0) zonder problemen opzij werden gezet. De enige smet op de sterke periode was de nederlaag in de halve finale van het bekertoernooi tegen het op het tweede niveau uitkomende FC Gagra, dat na verlenging met 1-0 te sterk was.
“Ze hebben internationaal gezien niet bepaalde spelers die individueel het verschil kunnen maken, maar met het collectief kunnen ze wel voor verrassingen zorgen. Als ik een of twee spelers eruit zou moeten pikken, dan noem ik de spits Levan Kutalia en vleugelaanvaller Levan Shengelia”, zegt Fortes, die dit seizoen met FC Dila Gori tweemaal verloor van Dinamo Tbilisi: 1-0 en 2-3. In de doelpuntenproductie is de koploper van de Georgische competitie sterk afhankelijk van het tweetal dat de geboren Rotterdammer noemt, want Kutalia (12 doelpunten) en Shengelia (12 doelpunten) verzorgden tot dusver samen 24 treffers. Deze zomer voorzag Dinamo Tbilisi zijn selectie van aanvallende impulsen met het aantrekken van Arfang Daffé (van het Iraanse FC Nassaji Mazandaran) en Kwame Karikari (van het Azerbeidzjaanse Neftchi Baku). Daarnaast werden er met Oleksandr Kapliienko (linksback), Mykhailo Shyshka (middenvelder) en Serhii Litovchenko (doelman) drie Oekraïners aangetrokken, terwijl er met José Perales en Víctor Mongil door trainer Vicente in januari al twee Spanjaarden werden binnengehaald.
In de afgelopen weken zit de Dinamo Arena, die plaats biedt aan 55.000 mensen, steeds voller, met een toeschouwersaantal van 5500 mensen tijdens de wedstrijd tegen Dinamo Batumi (2-1 zege) als hoogtepunt. “Mensen hebben niet zoveel te besteden, zeker vergeleken met Nederland. Ze moeten om die reden keuzes maken. Ik weet zeker dat stadion vol zal zitten als Feyenoord volgende week op bezoek komt”, stelt de 25-jarige aanvaller. In de toekomst moeten de oude tijden van weleer, waarin Dinamo Tbilisi naam maakte in Europa, herleven. “Ze hebben met man en macht gewerkt om de club terug aan de top te krijgen, je merkt aan alles dat ze erop gebrand zijn om weer naam te maken. In Georgië wordt Dinamo Tbilisi gezien als iets groots, het is een echte volksclub. Dat de beste spelers aller tijden uit Georgië hier hebben gespeeld, helpt ook wel in de populariteit. Van onderschatting moet bij Feyenoord volgens mij geen sprake zijn, want anders kan zomaar hetzelfde gebeuren als vorig jaar tegen Trencín.”