‘Het helpt zeker als je Feyenoord op je cv hebt, dat merk ik nu ook’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Edon Fetahi, de Kosovaars jeugdinternational die het Nederlandse amateurvoetbal verliet om via Duitsland zijn droom na te jagen.
Door Chris Meijer
Eigenlijk had Edon Fetahi (20) zich afgelopen zomer al neergelegd bij een extra jaar in de hoofdklasse. Tot er plotseling een berichtje binnenkwam. Hoe zou je het vinden om in Duitsland te komen voetballen? Het gaat om MSV Pampow en je kan altijd een weekje komen meetrainen, zodat je kan kijken of je het wat vindt. De afzender was een tussenpersoon, die in contact was gekomen met MSV Pampow en te horen had gekregen dat er dringend behoefte was aan een centrumverdediger. Nee, Fetahi moet in alle eerlijkheid bekennen dat hij nog nooit had gehoord van de club uit het gehucht in het voormalig Oost-Duitsland. Maar wél van de Oberliga, het vijfde niveau van het Duitse voetbal waarop MSV Pampow actief is. Fetahi besloot te gaan kijken in Pampow met de bedoeling eerst een keer mee te trainen, maar was eigenlijk voor de eerste training al verkocht. “Ik ben nog jong en heb de leeftijd dat ik het nog kan proberen in het buitenland. In Nederland zat ik op een dood spoor, er zijn genoeg opties om alsnog het profvoetbal te halen en eventueel via een omweg terug te keren in Nederland.”
Het spoor van Fetahi in het Nederlandse voetbal stopte voorlopig bij RKAVV op Sportpark De Kastelenring, een amateurcomplex in Leidschendam waar om de zoveel minuten de intercity tussen Den Haag en Amsterdam voorbij raast. Op dezelfde plek zette hij ooit zijn eerste stappen op het voetbalveld, bij buurman SEV. Via Haaglandia kwam hij op dertienjarige leeftijd terecht bij ADO Den Haag, dat hem overigens na een jaar alweer wegstuurde. “Vijftien was ik, dus toen was het huilen. Shit, mijn droom gaat weg, dacht ik. Ik ben daardoor in mentaal opzicht een betere speler van geworden, denk ik.” Fetahi maakte de stap terug naar de amateurs van Alphense Boys, waar hij na een jaar alweer werd opgepikt door Feyenoord. Bij de Rotterdammers speelde hij in de Onder-17 en Onder-18, alvorens hij na twee jaar werd weggestuurd.
“Iedereen wil het eerste halen als je bij Feyenoord in de jeugd speelt, dus het is jammer. Het is niet voor iedereen weggelegd, de stap naar het eerste is gewoon heel moeilijk. Geertruida en Kökcü spelen nu veel in het eerste, ik vind het alleen maar mooi dat zij het wel hebben gemaakt. Via social media hebben we af en toe nog wel contact, dan vragen we hoe het gaat en wat er aan de hand is. Het is wel leuk dat we zo een beetje contact houden. Het helpt zeker als je Feyenoord op je cv hebt, dat merk ik nu ook in Duitsland. Ze zeggen dat het met mijn opleiding wel goed zit, omdat ik bij Feyenoord heb gespeeld. In het buitenland staat Feyenoord hoger aangeschreven dan we in Nederland soms denken”, knikt Fetahi. Over zijn vertrek bij Feyenoord haalt hij de schouders op. “De club moet ook keuzes maken. Het is jammer dat de keuze niet op mij viel, natuurlijk is dat een teleurstelling. Maar je moet vooruit kijken, dit soort dingen gebeuren vaker in het voetbal. Achteraf had ik een andere keuze dan Almere City kunnen maken. Maar ja, achteraf is altijd makkelijk praten.”
Fetahi beleefde een ongelukkig jaar bij Almere City en hoopte daarna een stap binnen het Nederlandse profvoetbal te maken. Tot de laatste dag van de overschrijvingsperiode bleef hij wachten op een trein die niet zou komen. Een andere keuze dan zich in zijn woonplaats Leidschendam aan te sluiten bij hoofdklasser RKAVV bestond er eigenlijk niet, ook omdat hij niet wilde riskeren om als late aanwinst ergens in de Tweede- of Derde Divisie op de reservebank terecht te komen. “Ik kwam terecht in het amateurvoetbal, waar de focus meer op plezier ligt. Er werd een biertje gedronken in de kleedkamer, bijvoorbeeld. Natuurlijk heb ik getwijfeld of ik me volle bak moest blijven focussen op het voetbal, ik was ook op de universiteit begonnen. Het is belangrijk om een back-up te hebben. Niet alle profvoetballers spelen zichzelf financieel onafhankelijk, je moet na je carrière toch ook iets kunnen doen. Dat heb ik van huis uit altijd meegekregen. Maar ik kwam erachter dat ik nog steeds voelde dat ik iets kon bereiken in het voetbal.”
Het gevoel van Fetahi bleek te kloppen, want na een halfjaar kreeg hij de mogelijkheid om een stage af te werken bij de Kosovaarse topclub FC Prishtina. Een speler van een Nederlandse amateurclub op proef bij de negentienvoudig kampioen en daarmee meest succesvolle club van Kosovo. Op het eerste oog lijkt het behoorlijk opvallend, maar het is zeker geen toeval dat Fetahi een mogelijkheid kreeg in Prishtina. Zijn vader is afkomstig uit Kosovo, waardoor hij daar jaarlijks zijn vakantie doorbracht. In zijn tijd bij Feyenoord ontving hij een uitnodiging voor een trainingsstage met Kosovo Onder-19. “Ik mocht alleen oefenwedstrijden spelen, doordat ik alleen een Nederlands paspoort heb en officiële interlands daardoor niet zijn toegestaan. Het is het nog niet echt waard om mijn Nederlandse paspoort te laten vallen. Alleen voor het echte nationale team kun je een sportpaspoort aanvragen, ik hoop dat het er ooit van gaat komen.”
“Het maakt me trots op voor mijn land uitgenodigd te worden, het betekent dat ze potentie in je zien. Ik vind het mooi dat ik mocht uitkomen voor het land waar ik ieder jaar voor vakantie kwam en mijn familie uit afkomstig is. Als voetballer was het natuurlijk wel iets anders. Maar ik was er al zo vaak geweest, dus dit was niet echt een verandering. Ik wist al een beetje wat ik kon verwachten en hoe het niveau was, ook doordat mijn oom profvoetballer in Kosovo is geweest. Het belangrijkste was dat ik de taal al sprak, want aan Engels doen ze niet. Het voetbal, de faciliteiten, de speelstijl en de trainingen zijn heel anders. Tactisch is het wat minder goed, ondanks dat spelers individueel best aardig kunnen voetballen”, gaat Fetahi verder. Hij maakte een goede indruk, want Prishtina deed hem een contractaanbieding. Er lonkte een stap naar een club die jaarlijks actief is in de prille voorfase van het Europees voetbal. Na even te hebben getwijfeld, besloot hij hier niet op in te gaan.
“Pristhina is het Ajax van Kosovo. Ze spelen vaak in Europa, dat leek me ook een mooi podium om mezelf op te kunnen laten zien. Maar de voorwaarden die me voorgelegd werden, waren niet zoals ik dat verwacht had. Vanuit Kosovo is het moeilijk om weer hogerop te komen. Dan moet er financieel wel wat tegenover staan. Duitsland is bijvoorbeeld een heel groot voetballand, dus het geld maakte me niet zoveel uit. Ik mag niet klagen, daar niet van. Maar het niveau en de trainingen zijn goed, het totale plaatje moet kloppen”, zo verklaart hij. Nog altijd is er de nodige belangstelling vanuit Kosovo en Albanië, maar Fetahi heeft een ander pad voor ogen. Eigenlijk had een doorbraak in Nederland de eerste halte moeten zijn, maar buiten een door de coronacrisis afgeketste stageperiode bij Fortuna Sittard voor het Onder-21-team bleven concrete mogelijkheden uit. In dat opzicht vormde de aanbieding van MSV Pampow voor Fetahi een geschenk uit de hemel.
“In Duitsland zijn veel meer mogelijkheden en dit bood een mooie kans om aan mezelf te werken. Als je in Nederland iedere week heel goed speelt in de Tweede Divisie, nemen clubs toch liever iemand met ervaring in het profvoetbal. Dat is Duitsland anders, er worden vaak genoeg jongens uit de Regionalliga en Oberliga weggekaapt door clubs in de 2.Bundesliga of 3.Liga.” Bovendien kun je volgens Fetahi prima rondkomen van de in de Oberliga geboden voorwaarden. “Voor mij is alles goed geregeld, ik heb een appartementje gekregen, ontvang gewoon een salaris en krijg via een sponsor gratis boodschappen. Ik kom er goed van rond, ik hoef er niks naast te doen. Maar bij sommige andere clubs is het wel zo dat spelers er een baantje naast krijgen of werken. Je kan dat een beetje vergelijken met de Tweede Divisie, al zijn er daar minder spelers zijn die alleen voetballen.”
Het niveau is volgens Fetahi ook te vergelijken met de bovenkant van de Tweede Divisie. Hij wijst op Greifswalder FC, waar Roland Kroos (de vader van Toni) trainer is, en Tasmania Berlin, een club uit Berlijn die ambieert om binnen een aantal jaar in de 3.Liga te spelen. “Van sommige clubs merk je wel dat ze in Oost-Duitsland groot zijn geweest, die hebben nog van die ouderwetse stadions met een sintelbaan en stenen tribunes. Er lopen de nodige jongens rond met ervaring in de 2.Bundesliga, je ziet dat die ervaring hebben op een hoger niveau. Ik kan me hier goed ontwikkelen. Het voetbal is wel wat fysieker, de trainingen zijn wat zwaarder”, lacht Fetahi, die overigens al vloeiend Duits spreekt. “Ik heb wel een beetje een talenknobbel. Ze spreken hier ook niet zo goed Engels, dus alles moet wel in het Duits. Het zorgt er ook wel dat je een beetje geaccepteerd wordt, iedereen kent me in het dorp als de voetballer. In het verleden hebben ze ook eens Franse spelers gehad, die wilden niet eens Duits leren. De mensen rond de club waarderen het als je de cultuur wil leren kennen en de taal spreekt.”
Fetahi is nu overigens weer even terug in Nederland. De Duitse voetbalbond besloot eind oktober vanwege de coronacrisis de Regionalliga en de Oberliga stil te leggen tot het einde van dit kalenderjaar. Het betekent een hinderlijke onderbreking voor Fetahi, die sinds zijn overstap naar Duitsland geen minuut miste. Hij werkt nu in Nederland dagelijks aan zijn fitheid met een personal trainer, iets dat hij overigens combineert met een thuisstudie. Het is de vraag of hij nog terugkeert naar Duitsland. Naast opties in Albanië en Kosovo hebben ook clubs uit Luxemburg en Scandinavië zich bij zaakwaarnemer Abhay Ramautarsing gemeld. Bovendien informeerden het in de 2.Bundesliga uitkomende Greuther Fürth en twee Keuken Kampioen Divisie-clubs naar Fetahi. “Clubs uit de 2.Bundesliga kwamen geregeld kijken en ik ben met mijn spel opgevallen. Welke clubs dat waren, weet ik zelf niet. Maar die clubs hebben doorgaans een tweede elftal in de Regionalliga, zoiets zou ik wel mooi vinden. Mijn ambities liggen in Nederland of Duitsland, maar het hangt er vanaf wat er op mijn pad komt. Als ik binnen nu en een jaar in de Keuken Kampioen Divisie terechtkom, zou ik dat heel mooi vinden.”