voetbalzone

Iconische Confrontaties: Kahn, Effenberg & co versus Bayern 2012/13

Yanick Vos17 apr 2020, 11:13
Laatst bijgewerkt: 17 apr 2020, 11:13
Advertentie

In deze periode zonder voetbal grijpt Voetbalzone terug naar het verleden. In de rubriek Iconische Confrontaties zetten we twee teams tegenover elkaar waarover vandaag de dag nog altijd met veel respect gesproken wordt. Via een poll onderaan dit artikel wordt door jullie bepaald welk team zou winnen als beide ploegen het tegen elkaar zouden opnemen. In deze editie komen twee legendarische teams van Bayern München aan bod.

Bayern München 2000/01
Der Rekordmeister was al twee seizoenen op rij Duits landskampioen geworden toen het seizoen 2000/01 aanbrak. Otmar Hitzfeld stond als trainer aan het roer en onder hem was het vertrouwen groot bij Bayern, dat in eigen land al jaren aan de top stond maar in Europees verband weinig succes had. In het seizoen 1995/96 werd weliswaar de UEFA Cup gewonnen, de laatste keer dat de cup met de grote oren in de wacht was gesleept was in 1976. In het seizoen 1998/99 was Bayern er dichtbij, maar in de finale in het Camp Nou tegen Manchester United ging het op historische wijze vlak voor tijd alsnog mis. De Duitse grootmacht stevende af op een 0-1 overwinning, maar in blessuretijd werd het 2-1 voor United door goals van Teddy Sheringham en Ole Gunnar Solskjaer. Het zorgde voor een open wond bij iedereen die Bayern lief had.

In de zomer van 2000 werd Willy Sagnol voor bijna acht miljoen euro overgenomen van AS Monaco, terwijl Owen Hargreaves doorstroomde vanuit de jeugdopleiding. Met een uitgebalanceerde selectie werd de jacht op nationaal en Europees succes ingezet. In november van dat jaar kreeg Bayern een teleurstelling te verwerken. De kansen op de treble werden al vroeg verspeeld doordat het team van Hitzfeld in de tweede ronde van de DFB Pokal werd uitgeschakeld door 1. FC Magdeburg. In Europa was er meer succes, want in de Champions League werd de eerste groepsfase overleefd. In een poule met Paris Saint-Germain, Rosenborg BK en Helsingborg enidigde Bayern op de eerste plaats en was kwalificatie voor de volgende ronde een feit. Het miljardenbal was toentertijd op een andere manier ingedeeld. Na de groepsfase volgde namelijk nog een poule, waarin Bayern werd ingedeeld met Arsenal, Olympique Lyon en Spartak Moskou.

De ploeg van Hitzfeld was op stoom en verzamelde in zes wedstrijden dertien punten, waardoor het zich als groepswinnaar in de kwartfinales mocht melden. Bayern werd gekoppeld aan Manchester United en nam wraak voor de verloren finale van 1999. Over twee duels bleek de Bundesliga-club de betere partij. Na een 0-1 uitzege en 2-1 overwinning op Duitse bodem wachtte Real Madrid in de halve finale. Net als in de kwartfinale werd de heenwedstrijd met 0-1 gewonnen, gevolgd door een 2-1 overwinning voor eigen publiek. Valencia, dat een jaar eerder de Champions League-finale met 3-0 had verloren van Real Madrid, was de tegenstander in het San Siro. Bayern reisde met veel vertrouwen en een opgelucht gevoel af naar Milaan, want een paar dagen eerder was de Duitse landstitel op een krankzinnige manier gegrepen. Titelconcurrent Schalke 04 van toenmalig trainer Huub Stevens had op de laatste speeldag met 5-3 gewonnen van SpVgg Unterhaching, terwijl Bayern vlak voor tijd op achterstand kwam tegen Hamburger SV. Schalke-fans vierden al feest, want men dacht dat Bayern had verloren en met dat resultaat zou de club uit Gelsenkirchen kampioen zijn. Echter, diep in blessuretijd maakte Patrik Andersson de 1-1 namens de club uit Beieren. Een minuut later werd de wedstrijd afgefloten en was Bayern voor de derde keer op rij kampioen.

Het werd een Champions League-finale waarin de Nederlandse scheidsrechter Dick Jol een hoofdrol zou vervullen. De arbiter wees al in de tweede minuut naar de penaltystip na een handsbal van Andersson. Vanaf elf meter schoot Gaizka Mendieta de Spaanse topclub op voorsprong. Aan de andere kant van het veld kreeg Bayern een strafschop nadat Stefan Effenberg werd gevloerd. Het buitenkansje was niet besteed aan Mehmet Scholl. Na rust gaf Jol opnieuw een strafschop aan Bayern en deze keer was het Effenberg die achter de bal ging staan. Beheerst schoot de aanvoerder de bal achter Santiago Cañizares. Het bleef bij 1-1 en strafschoppen moesten een Champions League-winnaar aanwijzen. Doelman Oliver Kahn stond op en keerde liefst drie strafschoppen, wat genoeg was voor de winst van het clubtoernooi.

voetbalzone

Bayern München 2012/13
Het werd een seizoen waarin een hoofdrol was weggelegd voor Arjen Robben. De voormalig Oranje-international werd verguisd door een deel van het Bayern-publiek omdat hij in de Champions League-finale van het seizoen 2011/12 tegen Chelsea in de verlenging een strafschop had gemist. Robben liet het na om Bayern naar de overwinning te schieten, waarna the Blues als winnaar uit de strijd kwamen in de strafschoppenserie. Door blessureleed stond Robben in het seizoen 2012/13 enige tijd aan de kant, maar hij was op tijd fit om belissend te zijn voor het team van trainer Jupp Heynckes. Bayern legde de basis voor het beste seizoen uit de clubhistorie in de zomer van 2012. Met onder meer Javi Martínez, Dante en Mario Mandzukic deed de clubleiding een aantal gerichte aankopen.

In de Bundesliga was Bayern niet te stoppen. In totaal brak de Duitse topclub liefst dertig records. Zo werden de meeste punten ooit behaald in een seizoen (91) en werd Bayern de snelste Bundesliga-kampioen uit de geschiedenis van de competitie. Al na 28 speelronden was het team van Heynckes niet meer in te halen. De enige competitienederlaag van dat seizoen werd geleden voor eigen publiek tegen Bayer Leverkusen (1-2). Bayern was een paar maten te groot voor de Duitse concurrenten, zo bleek ook in de DFB Pokal. Er werd achtereenvolgens afgerekend met Jahn Regensburg, 1. FC Kaiserslautern, FC Augsburg, Borussia Dortmund en VfL Wolfsburg, waarna de finale werd gewonnen tegen VfB Stuttgart. Het was de derde prijs van het seizoen, want aan het begin van de jaargang was ook al beslag gelegd op de Duitse Supercup. De prijzenregen van Bayern zette zich ook voort in de Champions League.

De weg naar de finale verliep voorspoedig, al had Bayern het in de achtste finales knap lastig met Arsenal. Na een 1-3 overwinning in Londen kwamen the Gunners knap terug in München, maar een 2-0 overwinning was niet genoeg voor de ploeg van Arsène Wenger om de formatie van Heynckes uit te schakelen. Bayern rekende vervolgens zeer overtuigend af met Juventus en Barcelona, waarna Borussia Dortmund de tegenstander was op Wembley. Voor het eerst in de geschiedenis stonden twee Duitse ploegen in de finale van de Champions League. Mario Mandzukic tekende na een uur spelen voor de 0-1, waarna Ilkay Gündogan vanaf elf meter voor de 1-1 zorgde. De finale leek af te stevenen op een verlenging, maar vlak voor tijd dook Robben op voor de neus van Roman Weidenfeller met een enorme kans. De Nederlandse aanvaller faalde niet en tekende voor de winnende treffer. De ontlading bij Bayern en met name Robben was enorm. Waar een jaar eerder nog verguisd werd, was hij nu de gevierde man.

voetbalzone

Uitgelicht: Oliver Kahn en Franck Ribéry
Kahn was bezig aan de beste jaren uit zijn loopbaan. De Duitse sluitpost had een groot aandeel in het succes van Bayern in het seizoen 2000/01. In de finale van de Champions League werd hij de held van het team door drie penalty’s te keren in de strafschoppenserie. Het leverde hem niet alleen de eindzege in het Europese clubtoernooi op, hij werd ook nog eens verkozen tot man van de wedstrijd. Nadien volgden nog meer individuele prijzen, want in 2001 werd hij uitgeroepen tot zowel Duits Voetballer van het Jaar als Europees Keeper van het Jaar. In de Ballon d’Or-verkiezing eindigde Kahn in 2001 op de derde plaats, achter Real Madrid-spits Raúl en de uiteindelijke winnaar Michael Owen.

Waar Robben vanaf de rechterflank voor enorme dreiging zorgde, deed Ribéry dat vanaf links. De Franse buitenspeler kende misschien wel het beste seizoen uit zijn loopbaan. In de Bundesliga kwam hij in de jaargang 2012/13 tot tien doelpunten en veertien assists, terwijl hij in de Champions League een doelpunt maakte en twee assists afleverde. De aanvaller was bij vlagen ongrijpbaar voor de verdedigers in Duitsland en Europa. Door de UEFA werd hij verkozen tot Speler van het Jaar. In de verkiezing van de Europese voetbalbond liet hij Cristiano Ronaldo en Lionel Messi achter zich. Bij de Ballon d’Or-verkiezing greep hij echter mis, want in 2013 was het Ronaldo die aan de haal ging met de prestigieuze award. De verschillen waren klein in de top drie. Ronaldo kreeg 27,99 procent van de stemmen, Messi 24,72 procent en Ribéry eindigde met 23,36 procent van de stemmen op een knappe derde plaats.

voetbalzone