In beeld: de 25 spelers met de meeste passes op het WK

234 passes - Op plek 25 van deze lijst vinden we Mesut Özil, iemand die we misschien hoger hadden verwacht. Met een passnauwkeurigheid van 76 procent is hij bovendien een van de slechtst presterende spelers in de lijst. Zou er een Nederlander in de lijst staan?

235 passes - Federico Fernández is bij Argentinië een onbetwiste basisspeler: in vier duels (met een verlenging) speelde hij de volle 390 minuten. Van zijn 235 passes kwamen er 205 aan bij een ploeggenoot.

238 passes - Wie had verwacht dat Daniel Van Buyten een vaste basisplaats zou krijgen bij België? De sterke mandekker doet het prima met de Belgen, die in de kwartfinale staan.

238 passes - Dat Jordi Alba in deze lijst staat is knap, want in tegenstelling tot veel anderen speelde hij geen vier, maar drie wedstrijden. Het geeft wel aan hoeveel balbezit Spanje heeft. Er staan nog drie spelers hoger in de lijst met drie wedstrijden.

239 passes - Ogenyi Onazi is uitgeschakeld met Nigeria en erger nog: de middenvelder van Nigeria liep een dubbele beenbreuk op door een tackle van Blaise Matuidi. Schrale troost: hij is een van de toppassers van het toernooi. Nog wel, althans.

239 passes - Net als Jordi Alba staat Andrés Iniesta in deze lijst van de toppassers. Spanje viel verschrikkelijk door de mand, maar Iniesta was een van de positieve uitzonderingen. We gaan de komende jaren nog van hem genieten bij Barcelona.

240 passes - Marcelo Diaz van Chili speelde vier wedstrijden en een verlenging en mede daarom heeft hij een mooie plek. Van zijn 240 passes kwamen er 202 aan bij een medespeler.

245 passes - Muhamed Besic van Bosnië-Herzegovina is misschien wel de grote onbekende in de lijst. Met 245 passes en een passzuiverheid van 87 procent staat hij, in tegenstelling tot ploeggenoten als Miralem Pjanic (227 passes) en Emir Spahic (190 passes) in de lijst.

249 passes - Marcos Rojo wordt veelvuldig betrokken bij de opbouw van Argentinië, maar erg zorgvuldig is hij niet. Slechts in 73 procent van de gevallen bereikte hij een ploeggenoot, al had dat ook te maken met het feit dat hij (in tegenstelling tot veel anderen in de lijst) veel voorzetten heeft gegeven.

258 passes - Jérôme Boateng is een vaste basisspeler bij Duitsland en dan kom je automatisch veel aan de bal. Hij gaf 258 passes en bereikte 214 keer een medespeler.

258 passes - Gokhan Inler was de belangrijkste schakel op het middenveld van Zwitserland. Hij liep, tackelde, schoot en passte: 258 keer in 390 speelminuten.

263 passes - Bij Chelsea is John Obi Mikel niet meer dan ideale twaalfde man, bij Nigeria was en is hij een onmisbare schakel.

264 passes - Gonzalo Jara is de eerste van een Chileense tandem met 264 passes. Jara deed het net iets beter dan zijn ploeggenoot die we hierna zien: hij bereikte in 82 procent van de gevallen een ploeggenoot. Daar koopt hij niets voor, omdat hij de beslissende strafschop tegen Brazilië miste.

264 passes - Mauricio Isla is het tweede deel van de Chileense tandem waar we het over hadden. 264 passes, 203 keer bereikte hij een ploeggenoot.

265 passes - Marcelo wordt, net als ploeggenoot Dani Alves die we later gaan zien, veel betrokken bij de opbouw van Brazilië. Erg nauwkeurig is de man van Real Madrid niet, gezien zijn nauwkeurigheid van 76 procent.

276 passes - De laatste in deze lijst met drie wedstrijden in de benen is natuurlijk de Italiaanse grootmeester Andrea Pirlo. Hij heeft ook nog eens een fantastische precisie: negentig procent. We hadden natuurlijk ook niet anders verwacht van de majestueuze spelmaker.

295 passes - Michael Bradley heeft van alle spelers op het WK de meeste kilometers afgelegd. Overal aanwezig, altijd aanspeelbaar: samen met Clint Dempsey en Tim Howard het boegbeeld van de Verenigde Staten.

302 passes - Ángel Di María heeft de laagste nauwkeurigheid in de lijst met slechts 66 procent. Nu speelt hij ook niet bijzonder goed, maar dat heeft vooral te maken met het aantal voorzetten die hij heeft gegeven. 49 in totaal en die komen nou eenmaal niet allemaal aan bij een ploeggenoot.

309 passes - En de prijs voor het meest belachelijke kapsel op het WK gaat naar: Dani Alves. Zijn ploeggenoten zien hem in ieder geval niet over het hoofd, want in totaal kreeg (en verstuurde hij) 309 keer een pass.

309 passes - Ook Gary Medel van Chili verstuurde 309 passes en daarmee mist hij op een haar na de top vijf. Schrale troost voor de onverzettelijke Zuid-Amerikaan: met een passzuiverheid van 91 procent is hij de op-een-na beste in deze lijst.

324 passes - We openen de top vijf met Per Mertesacker. Niet dat hij nou een grootmeester van de pass is, maar als centrumverdediger bij Duitsland krijgt hij nou eenmaal veel ballen. Passzuiverheid: 92 procent! Gefeliciteerd ‘BFG’, je bent de koploper qua zuiverheid.

329 passes - Fernando Gago ligt in eigen land onder vuur, maar samen met een andere Argentijn die we op plek twee terugvinden (wie o wie zou dat zijn?) is hij de motor op het middenrif van de Argentijnen.

390 passes - De absolute top drie verstuurt veel meer passes dan de rest. Het gat tussen Fernando Gago (329 passes) en Philipp Lahm (390) is enorm. Vleugelverdediger, centrale middenvelder: wat kan Lahm eigenlijk niet?

412 passes - Bij Barcelona moet Javier Mascherano het vooral doen met een plek in de achterhoede, bij Argentinië is hij wel middenvelder. Hij eist alles op: alles begint bij Mascherano. Dat is te zien aan de 412 passes die hij al verstuurde.

414 passes - De man met de meeste passes op dit WK is Toni Kroos. Hij verstuurde 414 passes en is onmisbaar voor Duitsland. Welke club gaat met hem aan de haal? Manchester United? Real Madrid? Zijn tijd bij Bayern München lijkt erop te zitten. Om terug te komen op de vraag bij foto 1: nee, er staat geen Nederlander in de lijst. Daley Blind heeft 218 passes op zijn naam staan, onvoldoende om de lijst te halen.