Kraay jr. op een lijn met Van Gaal over Frenkie: ‘Jan Joost, ik snap het niet!'

Oranje heeft de late opleving in het oefenduel met Duitsland (1-1) voor het grootste deel te danken aan Frenkie de Jong, oordeelde Louis van Gaal. De bondscoach had op de persconferentie lovende woorden over voor de middenvelder van het Nederlands elftal. In de studio van ESPN kwam ook analist Hans Kraay jr. superlatieven tekort om het optreden van De Jong te beschrijven.

“Wat er in de helft het verschil maakte? Nou na rust was het niet alleen beduidend beter, maar het was in de tweede helft fantastisch!”, vertelde Van Gaal na afloop van het gelijkspel. “Wát een spirit zat er in de ploeg. Eigenlijk konden we alleen dankzij Frenkie de Jong onder de druk uit voetballen. Dus we hebben eigenlijk alles aan Frenkie te danken. Ook het doelpunt, waar Frenkie de voorassist leverde.” Een lange bal van De Jong belandde op de achterlijn bij Denzel Dumfries, die het leer voor het Duitse doel kopte. Depay liet de bal lopen, waardoor Bergwijn kiezelhard de 1-1 kon binnenschieten.

Hans Kraay jr. sloot zich aan bij de woorden van de bondscoach. “Jan Joost, ik snap niet waarom zo veel voetbalkenners in Nederland begonnen te twijfelen aan Frenkie de Jong. Zo van: is hij wel zo goed? Ja, inderdaad. Hij is zó goed! En als hij eventjes twee maanden niet zo heel goed is, is hij nog steeds verschrikkelijk goed. Heel Oranje werd vastgezet, soms door vier of vijf Duitsers. Maar op het moment dat zij vermoeid raakten, kwam Frenkie aan de bal. En als hij aan de bal is, dan is het gewoon... Hij is zó goed. Om Frenkie hoeft niemand zich ooit nog zorgen te maken”, besluit de analyticus.

In gesprek met de NOS keek De Jong zelf vooral naar het optreden van Oranje als team. "De eerste helft was heel lastig. We hadden niet de goede oplossing voor hoe zij speelden. Ze hadden altijd een man vrij aan de bal. We probeerden er wel kort op te zitten, maar kwamen eigenlijk net te laat. In de tweede helft zetten we voorin meer druk op de bal, we drukten beter door. Daardoor hadden zij geen man meer vrij op het middenveld. Daar zat wel risico in, maar daardoor ging het wel beter.”