voetbalzone

Perez zucht om PSV: ‘Hij begon als komeet, maar nu is het een sta-in-de-weg’

Mart van Mourik14 okt 2022, 00:01
Laatst bijgewerkt: 14 okt 2022, 00:01
Advertentie

Kenneth Perez is niet onder de indruk van de prestaties van Guus Til. De aanvallende middenvelder gaf in het gewonnen Europa League-duel met FC Zürich (5-0) invulling aan de spitspositie bij PSV, maar de analist laat tijdens Studio Europa weten dat Til niet in de wieg is gelegd voor die rol. In gesprek met verslaggever Milan van Dongen steekt de gelegenheidsspits ook zelf niet onder stoelen of banken dat hij liever op 10 speelt.

Perez reageert na afloop van het duel in de Europa League zuchtend wanneer hij naar de beelden van Til kijkt: “In de passing is hij echt heel bijzonder... Ik heb hem ooit geïnterviewd, en toen zei hij: ‘Ik werd bij AZ gezien als een technisch vaardige middenvelder.’ En hij heeft wel zelfkennis, want daarna zei hij: ‘Waar dat vandaan komt, weet ik ook niet eerlijk gezegd.’ Hij is op dit moment verre van een technisch vaardige middenvelder.”

“Het is een kilometervreter, maar betrek hem zo min mogelijk bij het spel”, vervolgt Perez. “Daar is hij gewoon niet heel erg goed in. In het spel is het een beetje een sta-in-de-weg. Je kan hem eigenlijk alleen als nummer 10 gebruiken. Je moet de spits gebruiken als eerste station en dan moet hij er omheen lopen. Hij begon het seizoen natuurlijk als een komeet, al raakte hij toen ook nauwelijks de bal. Maar toen was hij belangrijk, omdat hij scoorde. Maar als hij niet scoort, dan zit je echt te kijken van...”, aldus de analyticus.

Til erkent dat er ruimte voor verbetering is in zijn spel, al geeft hij eveneens aan liever niet in de spits te spelen. “Spelen in de spitspositie is voor mij persoonlijk niet ideaal, maar als ik daar moet spelen dan doe ik dat. Ik moet dat gewoon accepteren. Ik denk wel dat ik beter kan presteren als ik terugkijk op de eerste fase van het seizoen. Uiteindelijk rendeer ik ook gewoon het best als ik op 10 sta en ik twee spelers achter me heb. Daar mag geen twijfel over bestaan. Ik voelde me ook vrijer toen ik aan het einde van de wedstrijd op 10 kwam te staan”, besluit Til.