Pierie: ‘Ik wil eerst slagen in Nederland voor ik naar het buitenland ga'
De ontwikkeling van Kik Pierie gaat razendsnel. De nog maar achttienjarige centrale verdediger van sc Heerenveen heeft inmiddels reeds 64 officiële duels achter zijn naam staan en is aanvoerder van Oranje Onder-19. Zijn naam passeert daardoor regelmatig de revue in het geruchtencircuit en naar verluidt houdt ook Ajax hem scherp in de gaten. Hoog tijd voor Voetbalzone om hem eens op te zoeken in het Abe Lenstra Stadion en hem te vragen naar zijn ontwikkeling én ambities.
Laten we maar met deur in huis vallen, je contract loopt over een jaar af. Wat is je plan?
“Daar ben ik nog niet uit, maar ik ga een keuze maken op basis van waar ik me het beste kan ontwikkelen. Dat kan hier bij sc Heerenveen zijn met mensen om me heen die ik ken, maar ook bij een nieuwe club met een nieuwe uitdaging, manier van spelen en een ander niveau. Dat is een andere manier om te groeien. Ik merk dat ik me nu snel ontwikkel en ben trots op het feit dat ik derde sta op de lijst van jongste spelers met vijftig Eredivisieduels, daar staan niet de minste namen tussen. Het zou natuurlijk kunnen dat ik aan het eind van het seizoen merk dat ik toe ben aan wat nieuws. Misschien ook niet, dat ga ik tegen die tijd bepalen.”
Je hebt gezegd dat je jezelf over twee of drie jaar in de top van de Eredivisie ziet. Betekent dat dat je in elk geval in Nederland blijft?
“Ja, ik wil sowieso eerst slagen in Nederland voor ik naar het buitenland ga. Ze noemen dat vlees op je botten kweken. Ik wil eerst belangrijk zijn voor een club uit de top drie. Ik praat ook veel over dat soort dingen met mijn ouders en zaakwaarnemer. Intussen doe ik veel ervaring op als aanvoerder van Oranje Onder-19. Captain zijn van een nationaal team is een droom, maar ik ga er nuchter mee om. Van huis uit krijg ik ook mee dat ik met beide benen op de grond moet blijven staan en Heerenveen is ook niet de omgeving waar je naast je schoenen moet gaan lopen, haha.”
Wat zijn dingen waar je nog aan moet werken?
“Ik vind dat ik nog meer kopduels moet winnen en een bepalendere rol moet hebben. Tuurlijk moet ik als centrale verdediger de boel neerzetten, maar ik kan dat nog nadrukkelijker doen. Ik kijk graag naar spelers die een voorbeeld voor me zijn, zoals Sergio Ramos. Ik probeer te leren van hoe hij zoveel duels weet te winnen. We staan op dezelfde plek en hij is ongeveer even lang als ik, maar nog wel een stukje breder. Zelf doe ik veel aan krachttraining op de club, maar wel zo specifiek en functioneel mogelijk. Je kunt wel dom tachtig kilo gaan squatten, maar de ontwikkeling van sprongkracht is voor mijn positie bijvoorbeeld veel belangrijker. Je kunt door zwaar trainen ook langzamer worden en dat ik vrij snel ben voor een centrale verdediger is vanzelfsprekend juist een eigenschap die ik graag wil behouden.”
Hoe kijk je naar het karakter van Ramos?
“Hij heeft veel goede punten zoals agressief zijn in duels en hij heeft veel uitstraling. Tegelijkertijd gaat hij soms over de streep en pakt kaarten wanneer dat niet nodig is. Dat vind ik een beetje onbesuisd, zeker als je je er vervolgens in de media nadrukkelijk over uit gaat spreken, zoals na het duel van Real Madrid tegen Ajax. Ik zou dat niet zo snel doen, maar goed, tegelijkertijd: wie ben ik om te zeggen wat Ramos wel en niet moet doen?”
Wat vind je het lastigst aan het leven als profvoetballer?
“Ik vind het wel eens lastig dat mensen me beginnen te herkennen. Dat je rustig in een restaurant zit te eten en dat anderen gaan omkijken. Niet dat dat heel vervelend is hoor, maar soms wil je ook even Kik Pierie, een Nederlandse jongen van achttien die naar school gaat, zijn. Even gewoon hetzelfde als mijn klasgenoten gezien worden in plaats van steeds die voetballer. Het is iets wat erbij komt en het hoeft niet altijd slecht te zijn, maar soms wil je even rust. Wat er allemaal in de media verschijnt gaat meestal langs me heen en als ik al wat hoor is het vaak van mijn ouders of anderen. Als je op hoog niveau voetbalt, hebben mensen nou eenmaal een mening en als daar af en toe iets bijzit waar je wat mee kan is dat mooi meegenomen.”
In die media word je regelmatig neergezet als slimme jongen. Bevalt dat imago?
“Het is natuurlijk een compliment dat ik als slimme jongen neer wordt gezet. Mijn vader zegt altijd ‘Mens sana in corpore sano’: een gezonde geest in een gezond lichaam. Als je de geest traint heb je daar uiteindelijk ook in de voetballerij voordeel van, denk ik. Ik vind het ook verstandig om als voetballer je school af te maken, want je weet nooit hoe het gaat in je carrière. Je hoopt het natuurlijk niet, maar je kunt zomaar een rotschop krijgen en als je dan geen diploma hebt, is het zonde. Ik zit nu zeven jaar op school en wil dat graag afronden door dat papiertje te halen, maar voor duidelijkheid: het is zeker niet zo dat ik voetballen er eventjes voor de lol bij doe.”