PSV’er Davy Pröpper meest succesvolle transfer van de top drie
Van de top drie in de Eredivisie ververste Feyenoord de selectie in de zomer opvallend met de meeste transfers. Het geld mocht weer rollen door De Kuip. Maar hoe pakten de versterkingen in het afgelopen half jaar uit? Bevielen ze kwalitatief of doken ze al snel onder in de schemering van de dug-out? En in hoeverre onderscheidde het Rotterdamse beleid zich van de concurrentie in Amsterdam en Eindhoven?
Een stoet van nieuwelingen arriveerde in Rotterdam-Zuid. In willekeurige volgorde: Jan-Arie van der Heijden, Eric Botteghin, Marko Vejinovic, Simon Gustafson, Eljero Elia, Michiel Kramer en Dirk Kuyt. De laatste keerde als 35-jarige mentor terug bij Feyenoord, dat vooral aanvallend snakte naar fris elan. Van dit zevental maakt Kuyt tot nog toe de meeste indruk. De onverslijtbare inspirator moest even wennen, maar verblijdde Feyenoord alweer met dertien doelpunten en twee assists. Onvermoeibaar ging hij de ploeg regelmatig voor als gangmaker. Zeker in de eigen Kuip, waar alleen Ajax een gelijkspel mocht meenemen.
Ook Elia, Gustafson en in mindere mate Botteghin ontpopten zich als een aanwinst voor de Rotterdammers. De Braziliaan raakte geblesseerd aan de hamstring en zou beter functioneren als rechter centrale verdediger. De eerste twee bleken weliswaar af en toe wisselvallig, maar zonder meer een meerwaarde voor Feyenoord. Het ware oordeel over Kramer laat nog op zich wachten. De spits droeg toch al negen treffers bij aan de totale productie, maar roerde zich nog niet als een constante factor. Uiterst voorbarig onthulde bondscoach Danny Blind dat hij een oogje heeft op de lange Rotterdammer, maar hij vergiste zich ook al in Vejinovic, die met Van der Heijden in feite de grootste tegenvaller is. Beiden kunnen hun bij Vitesse opgebouwde reputatie niet waarmaken en hebben moeite met het hogere niveau.
In tegenstelling tot Feyenoord investeerde Ajax aanzienlijk minder in het eerste elftal. Dat beperkte zich tot Nemanja Gudelj voor het middenveld, Amin Younes en Yaya Sanogo voor de aanval en John Heitinga voor de kleedkamer. Eerstgenoemde schitterde bij AZ als uitblinker, maar domineerde amper in Amsterdam. Huurling Sanogo van Arsenal trad tot nog toe pas op in drie duels en tobt al geruime tijd met een liesblessure. Ook in het vervolg van het seizoen lijkt de potige Fransman niet in staat sowieso de negentig minuten vol te maken.
Younes heeft inmiddels meer laten zien op de vleugel van Ajax. De Duitse dribbelaar heeft absoluut potentie, maar treft het daarbij niet als stand-in voor Viktor Fischer. Net als de rest van de ploeg vertoont ook hij een beetje het grillige gedrag van de jeugd. De koploper van de Eredivisie heeft dringend behoefte aan een serieuze impuls voor de voorhoede, maar welke gerenommeerde naam wil nog meedoen aan één van de zwakste competities in Europa?
PSV heeft alweer toegeslagen op de heropende markt: de 19-jarige Peruviaanse jeugdinternational Luiz Beto da Silva. Weer een talent uit Zuid-Amerika, waar de mentale weerbaarheid dieper in de genen is genesteld. De landskampioen baarde in de zomer al aardig wat opzien met een viertal aankopen: Héctor Moreno, Davy Pröpper, Maxime Lestienne en Gastón Peirero. Alle vier hebben ze in Eindhoven de heimwee naar Memphis Depay, Georginio Wijnaldum en Karim Rekik snel verdreven. Het kwartet voldoet in alle linies: Moreno als genadeloze verdediger, Pröpper als stille kracht op het middenveld en Lestienne en Pereiro als goaltjesdief naast topscorer Luuk de Jong. Lestienne viel een poos weg vanwege droevige familieomstandigheden, maar dat zorgde weer voor een kans voor Pereiro.
Objectief bezien deed PSV het qua inkopen een half jaar geleden beter dan Ajax en Feyenoord. De technische staf dweept terecht met de instelling van Andrés Guardado, het voorbeeld uit Mexico. Opnieuw de onbetwiste topper van de eerste helft, met in zijn bijzijn Pröpper als de meest succesvolle transfer van de top drie.
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.