Rafael van der Vaart spreekt plots weer over Maurice Steijn én functie bij Ajax: 'Lijkt me heerlijk'
Rafael van der Vaart heeft zich in een column namens De Telegraaf uitgelaten over zijn eigen toekomstplannen. De huidig analyticus hoopt ooit nog een functie te vervullen bij zijn geliefde Ajax.
Momenteel is Van der Vaart analyticus namens de NOS en bij Ziggo Sport. Toch sluit de oud-topmiddenvelder niet uit dat hij zich ooit weer roert in het trainersvak, zoals hij dat ooit deed tijdens zijn periode in Denemarken.
Van der Vaart heeft bewondering voor zijn generatiegenoten, die wel timmeren aan een trainerscarrière. "Zonder enige jaloezie kijk ik naar m’n oud-ploeggenoten Robin van Persie en John Heitinga die als trainers nu werkzaam zijn", tekent hij op in de ochtendkrant.
"Bij mijn leven past het op dit moment niet, los van het feit dat ik eerder een rol ambieer zoals ik die bij Esbjerg had in Denemarken. Daar hield ik me naast de coach bezig met spelers, deelde ik mijn ervaring en zorgde ik met gesprekken ervoor een soort rechterhand te zijn. Ik was niet direct assistent of veldtrainer", zo zegt de analist.
Toch kriebelt eenzelfde soort rol weer. Daar was hij afgelopen zomer dan ook dicht bij, toen Maurice Steijn hem benaderde om deel uit te maken van zijn staf. Van der Vaart nam het aanbod lang in beraad, maar besloot uiteindelijk om het toch niet te doen.
"Spelers helpen als ze door moeilijke tijden gaan. Het was ook de rol die Maurice voor mij voor ogen had bij Ajax", blikt de oud-international terug. "Zo’n rol zie ik ook veel meer voor me nog steeds. Individueel werken met jongens als Brian Brobbey of Kenneth Taylor. Dat vind ik heerlijk."
De veel in Boekarest aanwezige Van der Vaart weet dat zo'n rol op dit moment niet 'in zijn leven past'. "Als ik nog eens het veld op ga, moet ik er ook de tijd voor maken. Je kunt dat niet doen voor twee dagen in de week."
"Ik heb hier ook de zorg voor onze dochter en als ik in Nederland ben, wil ik bij mijn zoon Damian kijken", aldus vaderlief. "Daarom kan ik nu de focus niet op het trainersvak leggen. Maar ik sluit het in de toekomst niet uit.”