voetbalzone

Rugnummers in voetbal uitgelegd: Hoe posities traditioneel worden genummerd

VOETBALZONE07 aug 2024, 19:53
Laatst bijgewerkt: 07 aug 2024, 20:05
Advertentie

Waarom dragen spelers bepaalde rugnummers? Is het een kwestie van persoonlijke voorkeur of zijn nummers gebonden aan posities? Voetbalzone heeft het antwoord!

Selectienummers werden traditioneel toegepast om de rol van elke speler van elkaar te onderscheiden, waarbij elk nummer een unieke rol of verantwoordelijkheid voor de speler aangaf.

Lagere nummers zijn bijvoorbeeld traditioneel voor verdedigers, terwijl hogere nummers voor creatieve middenvelders en aanvallers zijn.

Tegenwoordig zien we daarnaast ook vaak dat spelers een voorkeur hebben voor een nummer dat een bepaalde betekenis voor hen heeft.

En soms is een bepaald nummer simpelweg niet meer beschikbaar en moet iemand zich tevreden stellen met een relatief random nummer! Zo moest de legendarische Zinedine Zidane zich tevreden stellen met No.21 toen hij voor Juventus tekende in plaats van zijn geliefde No.10, dat reeds gedragen werd door Alessandro Del Piero.

Hier is alles wat je moet weten over de traditionele rollen en verantwoordelijkheden van elk nummer, met daarnaast een aantal populaire uitzonderingen en bekende Nederlanders!

Rugnummer 1 in voetbal

Het nummer één-shirt is meestal voor de eerste keeper van de club en wordt bijna nooit aan een veldspeler gegeven. Legendes zoals Edwin van der Sar, Iker Casillas, Oliver Kahn en Gianluigi Buffon hebben allen het beroemde nummer gedragen.

Zijn er dan alleen maar keepers die het No.1 hebben gedragen? Nee! Edgar Davids droeg het nummer bijvoorbeeld tijdens zijn tijd bij Barnet, terwijl ook Jonathan de Guzman voor het nummer koos bij Chievo Verona.

Rugnummer 2 in voetbal

Rechtsbacks dragen meestal het shirt met nummer twee. Een aantal bekende voorbeelden die het nummer droegen zijn Gary Neville tijdens zijn lange carrière op Old Trafford bij Manchester United, maar ook de Braziliaan Cafu en de Nederlander Michael Reiziger.

Rugnummer 3 in voetbal

Rugnummer drie is vaak ook voor een verdediger, maar wordt niet in elk land altijd aan dezelfde positie toebedeeld. Zo zijn legendarische linksbacks zoals Ashley Cole, Paolo Maldini en Roberto Carlos de meest bekende voorbeelden in het buitenland, terwijl binnen Nederland vaak centrale verdedigers No.3 dragen. Denk bijvoorbeeld aan Jaap Stam en Matthijs de Ligt.

Fun fact, de Ghanese spits Asamoah Gyan zweerde in de punt van de aanval ook bij het nummer 3!

Rugnummer 4 in voetbal

Centrale verdedigers of verdedigende middenvelders krijgen vaak nummer vier, zoals Real Madrid legende Sergio Ramos en voormalig Arsenal aanvoerder Patrick Viera.

Als we kijken naar bekende Nederlandse spelers die het nummer vier droegen - of dragen - dan hebben we het over Virgil van Dijk, Ronald Koeman en ook Frank de Boer.

Rugnummer 5 in voetbal


In het buitenland zie je vaak centrale verdedigers het shirt met nummer vijf dragen, met enkele opmerkelijke voorbeelden waaronder ex-aanvoerder van Barcelona Carles Puyol, Fabio Cannavaro en Franz Beckenbauer.

Voormalig Frans international Zinedine Zidane, een aanvallende middenvelder, droeg het nummer 5-shirt bij Real Madrid.

Qua Nederlanders is Giovanni van Bronckhorst wellicht het bekendste voorbeeld van een speler met No.5.

Rugnummer 6 in voetbal

Nummer zes is een shirt dat door spelers op meerdere posities kan worden gedragen.

Denk bijvoorbeeld aan een verdediger zoals de Engelse legende Bobby Moore, maar ook een spelverdelers zoals Barcelona-middenvelder Xavi droeg nummer 6 tijdens zijn verblijf in Camp Nou, terwijl ook rechtermiddenvelders en controlerende middenvelders zoals Nigel de Jong en Mark van Bommel met No.6 het veld opkwamen.

In Duitsland is de term Doppelsechs een verwijzing naar twee controlerende middenvelders in bijvoorbeeld een 4-2-3-1 formatie.

Rugnummer 7 in voetbal

Rugnummer zeven is voor vleugelspelers of spelers uit een tweespitsen systeem. Al zijn er enkele voorbeelden van legendarische spitsen die het shirt droegen, waardoor het nummer een klassieke status kreeg.

Cristiano Ronaldo kreeg nummer zeven bij Manchester United van Sir Alex Ferguson, waarmee hij in de voetsporen trad van voormalige grootheden die het nummer droegen, zoals Eric Cantona en David Beckham. Een boost voor het zelfvertrouwen.

Rugnummer zeven is belangrijk geweest voor Ronaldo: het is het nummer dat hem volgde tijdens latere transfers richting Real Madrid en Juventus. Hij staat ook wel bekend als 'CR7'.

Liverpool-legende Kenny Dalglish droeg het nummer tijdens zijn vele jaren op Anfield, net als Luis Figo en George Best gedurende hun carrieres.

Rugnummer 8 in voetbal


Nummer acht is niet zo iconisch of flitsend als zeven, negen of tien, maar het heeft toch een bepaalde waarde. Het shirt wordt meestal gedragen door scorende middenvelders die een balans vinden tussen het vermogen om regelmatig het net te vinden en tegelijkertijd kansen biedt aan hun teamgenoten.

Nummer acht is ook bedoeld voor box-to-box-middenvelders, degenen die in staat zijn om het spel te verbinden tussen verdediging en aanval.

Voormalig Liverpool-aanvoerder Steven Gerrard, herinnerd als één van de grootste Engelse aanvallende middenvelders, is een klassiek voorbeeld van de nummer 8-speler.

Frank Lampard, die een vergelijkbare rol had bij Chelsea, is een andere beroemde, samen met ex-speler van Barcelona en Spanje Andres Iniesta en Kaka tijdens hun tijd bij Real Madrid.

Ook Edgar Davids droeg het nummer vaak voor het Nederlands Elftal.

Rugnummer 9 in voetbal

Nummer negen wordt meestal gegeven aan de spits van het team, een productieve doelpuntenmaker in een bepaalde formatie, vooral 4-3-3, 4-2-2-2 of 4-2-3-1.

De gepensioneerde spits Ruud van Nistelrooij droeg het shirt tijdens zijn beste jaren bij het Nederlands Elftal, toen hij een reputatie had als één van de meest dodelijke aanvallers ter wereld.

Luis Suarez droeg het shirt bij Barcelona, terwijl Ronaldo Nazario, Karim Benzema en Robert Lewandowski andere beroemde spitsen zijn die nummer negen hadden.

Rugnummer 10 in voetbal


Traditioneel wordt het No.10 shirt gegeven aan de spelmaker of aanvallende middenvelder van het team. Het is een iconisch nummer dat een speler echt moet verdienen.

Een spelmaker is doorgaans de speler die met zijn visie, spelbewustzijn, slagvaardigheid, techniek en vaardigheid de toon zet van het aanvallende spel. Scherpe pass-vaardigheden om het spel te verdelen zijn cruciaal - spelmakers worden vaak gezien als de belangrijkste spelers van het team.

Bijzondere nummer tienen zijn Diego Maradona, Lionel Messi, Eden Hazard, Johan Cruyff (hoewel hij veertien droeg voor Nederland) en Pele.

Rugnummer 11 in voetbal


Het rugnummer elf is meestal gewijd aan de linksbuiten van een team, met Man Utd-held Ryan Giggs als één van de beroemde dragers van het shirt.

Didier Drogba droeg het shirt echter als spits tijdens zijn Chelsea-tijd, terwijl Neymar het shirt droeg toen hij voor Santos en Barcelona speelde - een knipoog naar de Braziliaanse legende Romario, die hetzelfde deed.

De bekendste Nederlander die het shirt droeg was ongetwijfeld Arjen Robben, hoewel hij op club-niveau ook lange tijd No.10 droeg.

Rugnummer 12 in voetbal

De ideale reserve, met als ultieme voorbeeld Marco van Basten tijdens Euro 1988. Het nummer 12 wordt soms ook symbolisch uitgedeeld aan het publiek. Zo staan Feyenoord supporters bekend als de twaalfde man.

Rugnummer 14 in voetbal

Dit is vooral in Nederland een bijzonder nummer aangezien Johan Cruyff het vaak droeg bij het Nederlands Elftal. Ook Thierry Henry droeg bij Arsenal geruime tijd No.14.

Rugnummer 21 in voetbal

Het nummer 21 heeft zich door de jaren heen ook ontwikkeld als een gewild shirt bij creatieve spelers. Denk bijvoorbeeld aan Zidane, Andrea Pirlo, Frenkie de Jong en David Silva, maar ook de Duitse legende Philipp Lahm.

Rugnummer 23 in voetbal

Niet zo legendarisch als Michael Jordan in de NBA, maar er zijn toch genoeg grote namen die het nummer 23 op hun rug hebben gehad. David Beckham is wellicht het bekendste voorbeeld, maar ook Rafael van der Vaart had een voorliefde voor No.23.