Ruud Gullit adviseert Frenkie de Jong ‘prachtige’ nieuwe club: ‘Spelen een vergelijkbaar systeem’
Ruud Gullit denkt dat Frenkie de Jong er verstandig aan doet om te vertrekken bij FC Barcelona, mocht zijn huidige situatie niet veranderen. Dat laat hij weten in een uitgebreid interview met Voetbal International. De oud-voetballer heeft ook al een volgende club voor hem in gedachten, dat ‘een vergelijkbaar systeem’ speelt.
Met een contract dat loopt tot de zomer van 2026 en het gegeven dat Barça ieder dubbeltje goed kan gebruiken, behoort een vertrek van De Jong in de zomer zeker tot de mogelijkheden. De middenvelder is een van de absolute grootverdieners in de selectie van Hansi Flick, terwijl hij de laatste maanden nauwelijks als basisspeler wordt gezien.
Gullit voorziet De Jong van advies. “Als zijn situatie bij Barcelona niet verbetert, denk ik dat Bayern München een goede optie voor hem zou zijn. Die spelen in een vergelijkbaar systeem, het is een prachtige club.”
“Dan kan hij misschien op een vaste plek gaan spelen. Want dat helpt hem natuurlijk ook niet bij Barcelona, dat eindeloze geschuif met zijn positie. Al zag ik laatst iets positiefs: áls Frenkie dan speeltijd krijgt, duikt hij steeds vaker op in het strafschopgebied. En ik zag hem ook steeds meer initiatief nemen.”
Gullit stelt dat De Jong absoluut niet in de buurt komt van Sergio Busquets, die jarenlang het middenveld van Barcelona domineerde. “Hij was veel directer in zijn spel. Busquets was niet de snelste, dus deed hij het op de slimme manier.”
“Snel handelen, één keer raken. In het huidige voetbal kun je niet blijven wegdraaien en honderd schijnbewegingen maken. Dieper op het veld is zijn manier van spelen veel geschikter. Zoals je dat ook met Reijnders bij Milan hebt gezien.”
“Ik ben vaak kritisch op Frenkie, omdat ik vind dat hij zijn enorme potentie te weinig waarmaakt. Als je dit al goed vindt, dan wordt de lat wel héél laag gelegd. Ik leg de lat hoog. Juist omdát Frenkie zo ontzettend veel kwaliteiten heeft. Hij moet het alleen wel vaker laten zien. Het helpt een topspeler niet, als je hem altijd maar de hand boven het hoofd houdt.”