Spelers keren terug naar Eredivisie: ‘Je krijgt vaak het stempel ‘mislukt’’
De laatste jaren keerden meerdere spelers terug naar de Eredivisie, na een kort of langer durend verblijf in het buitenland. Twee seizoenen geleden opteerde Luuk de Jong voor de stap naar PSVvanaf Borussia Mönchengladbach, terwijl deze zomer Ricky van Wolfswinkel wegging bij Norwich City en Steven Berghuis zich op huurbasis ook weer meldde op de Nederlandse velden.
Louis Laros, die De Jong en Van Wolfswinkel in zakelijk opzicht bijstaat, erkent dat slagen in het buitenland soms best een lastige opgave blijkt. Toch doet het spelers ook geregeld goed, benadrukt hij in gesprek met het Algemeen Dagblad. “In Nederland krijg je dan vaak het stempel mislukt, maar daar geloof ik niet in. Je leert altijd van een buitenlands avontuur”, aldus Laros.
De zaakwaarnemer zegt te denken dat vrijwel iedere speler in de Eredivisie de ambitie heeft om het over de grens te proberen. Het verschil tussen de Nederlandse competities en de top vijf van competities in Europa is groot en wordt volgens Laros alleen nog maar groter, maar spelers zullen de afweging blijven maken. “Bij de keuze voor het buitenland speelt geld zeker een rol, maar het gaat de meeste spelers toch vooral om de uitdaging. Spelers zijn altijd op zoek naar zoveel mogelijk weerstand, zodat ze zich kunnen blijven ontwikkelen.”
Op termijn kan een ‘stap terug’ naar de Eredivisie prima uitpakken, verzekert Laros in de ochtendkrant. In het verleden begeleidde hij Berghuis, die na een moeilijk jaar zonder echte kansen bij Watford koos voor een verhuurperiode bij Feyenoord. Dat kan hem goed doen. “Als Steven nu een goed seizoen draait bij Feyenoord ligt hij volgend jaar weer een stuk beter in de markt”, rekent Laros voor.