Toni Kroos geeft toe: ‘Ik wil dan niet hetzelfde leven als nu hebben’
Toni Kroos viert volgende maand zijn 29e verjaardag en denkt nog lang niet aan stoppen. Toch is het leven van een fors betaalde voetballer annex A-international van een topclub niet alleen maar rozegeur en manenschijn. Na zijn actieve loopbaan denkt de middenvelder van Real Madrid er niet over om het trainersvak in te gaan. “Nee, ik wil geen trainer worden. Ik wil dan niet hetzelfde leven als nu hebben”, erkent hij in gesprek met Esquire.
“Alleen maar reizen, je bent nooit thuis. Het is als trainer zelfs erger. Je bent als trainer verantwoordelijk voor een complete selectie. Nee, daarom wil ik geen trainer worden”, erkent Kroos, die niet weet wat hij had willen worden als hij niet tot profvoetballer was uitgegroeid. “Ik weet het niet. Ik had eigenlijk geen tijd om erover na te denken. Toen ik zestien jaar was, dachten andere kinderen erover na wat ze wilden worden. Ik was toen al profvoetballer.”
“Ik trainde op zestienjarige leeftijd al met de selectie van Bayern München mee en een jaar later maakte ik mijn debuut in de hoofdmacht. Het is dan makkelijk om een beroep te kiezen”, vervolgde Kroos, die medio 2014 voor een bedrag van 25 miljoen euro van Beieren naar Madrid verhuisde. “Dat was een grote stap. Ik was 24 jaar en het was voor mij lastig om mijn land te verlaten. Maar ik voel mij heel goed in Madrid. Mijn vrouw en kinderen ook. Het gaat me goed af, het weer is goed en je weet… the jamón is much better.”
Sport speelde een belangrijke rol in de jeugd van Kroos en zijn broer Felix, die tegenwoordig voor 1. FC Union Berlin speelt. “Als kind zag ik veel voetbal op televisie en speelde ik veel met mijn jongere broer samen. In het begin ging het vooral om plezier hebben, maar ik kwam erachter dat ik het zo slecht nog niet deed. En nu ben ik hier. Ja, het had ook heel anders kunnen lopen.”