Van der Sar: ‘Wij doen iets niet goed als onze spelers niet worden gescout’
Edwin van der Sar zegt ‘vereerd’ te zijn als clubs als Real Madrid, Barcelona en Manchester United bij Ajax aankloppen om spelers te kopen. Aan The Athletic vertelt de algemeen directeur dat het vertrek van de beste Ajacieden het logische gevolg is van de werkwijze van de Amsterdammers. “Als Chelsea Hakim Ziyech niet had gescout, dan zouden wij iets verkeerd hebben gedaan.”
Ajax is de afgelopen jaren een springplank gebleken voor spelers naar de absolute Europese top. Spelers als Matthijs de Ligt (Juventus), Frenkie de Jong (Barcelona), Hakim Ziyech (Chelsea), Sergiño Dest (Barcelona) en Donny van de Beek (Manchester United) werden voor ongeveer 275 miljoen euro verkocht aan de grootste clubs in Europa. “Wij kennen de ambities van onze spelers”, vertelt Van der Sar. “Als onze spelers niet goed genoeg zijn om gescout te worden door de topclubs, dan doen wij iets niet goed.”
Ook voordat Van der Sar aan het roer stond bij Ajax verkocht de club de belangrijkste spelers aan de grootste clubs in Europa. “Het klinkt gek, maar wij zijn bijna vereerd als Real Madrid, Barcelona en Manchester United voor onze spelers komen”, aldus Van der Sar, die sinds 2016 algemeen directeur van Ajax is. “Natuurlijk, ik houd de spelers het liefst hier. Maar ik ben zelf ook speler geweest. Als een speler ons van goed van dienst is geweest, prijzen heeft gewonnen en toewijding heeft getoond, dan denken wij met hem mee. We hopen dat spelers uiteindelijk terugkeren bij Ajax en hier nog een of twee jaar spelen, of terugkomen in een andere rol zoals ikzelf en Marc (Overmars, red.) hebben gedaan.”
Van der Sar ziet gelijkenissen tussen zijn huidige rol als directeur met zijn tijd als keeper. “Ik sta op wanneer het nodig is”, legt hij uit. “Als er een pass tussen Nemanja Vidic en Rio Ferdinand door kwam, dan kwam ik uit en pakte ik de bal op. Wat ik nu doe is vergelijkbaar. Als er ergens een probleem is waar men niet uitkomt, of ik zie dat iets niet goed gaat, dan vraag ik: ‘Waarom doe je dit? Kan ik helpen?’ Op die manier probeer ik de sweeper keeper (meevoetballende keeper die ver uit zijn doel durft te spelen, red.) te zijn die ik was in mijn tijd als speler. Misschien overdrijf ik het nu een beetje. Maar het is niet eenvoudig om algemeen directeur te zijn, het is een behoorlijke baan.”