voetbalzone

Van Gaal: ‘In de kleedkamer zei hij dat hij daar nooit meer zou spelen’

Daniel Cabot Kerkdijk14 okt 2019, 08:37
Laatst bijgewerkt: 14 okt 2019, 08:37
Advertentie
Advertentie

Louis van Gaal had in zijn periode bij Barcelona een bijzonder moeizame relatie met Rivaldo. Het ging aanvankelijk goed tussen de twee, maar na het winnen van de Gouden Bal in 1999 liep de relatie tussen de twee een flinke deuk op. Het kostte Barcelona zelfs de landstitel, zo erkent de Nederlander in een interview met TV3.

“Ik zette Rivaldo op links, hij maakte doelpunten en hij speelde goed”, vertelt Van Gaal in het programma Quan s’apaguen els llums, dat zondagavond door de Catalaanse televisiezender werd uitgezonden. “Het elftal paste zich aan.” Na de winst van de Gouden Bal door de Braziliaan ontstond er frictie. “Een dag na het winnen van de prijs, vroeg hij aan mij of hij in de kleedkamer zijn teamgenoten kon toespreken.”

“Ik dacht dat hij zijn teamgenoten wilde bedanken. Maar nee, hij zei: ‘Ik ga nooit meer aan de zijkant spelen, ik ga als ‘nummer tien’ spelen’.” Van Gaal kon zijn oren niet geloven. “Ik zei dat hij dan nooit meer in het elftal zou spelen. Dat hij als ‘nummer 11’ tot de beste speler van de wereld was verkozen dankzij zijn teamgenoten. En dat ik het jammer vond dat hij zijn teamgenoten op deze manier daarvoor bedankte.”

Het standpunt van Van Gaal pakte niet goed uit, daar Barcelona toentertijd zeer afhankelijk van Rivaldo was. “Het was het derde seizoen en het was moeilijk. Hij maakte veel doelpunten”, erkende de Nederlander. “We verloren twee wedstrijden omdat hij niet speelde en toen kwamen de spelers naar mij toe om te zeggen dat hij moest spelen. Ik ging ermee akkoord, maar het was al te laat. Daarom verloren we de strijd om de titel en in de halve finales van de Champions League tegen Valencia.”

Van Gaal vindt zichzelf niet arrogant. “Het waren de media die mij zo neerzetten. Ik luister altijd naar anderen, naar de spelers, naar mensen van de club, naar de voorzitter. Er is voor mij geen verschil tussen een voetballer, de teammanager of de materiaalverzorger.”