voetbalzone

Vergeten voetballer

Davidbreeuwe16 mrt 2010, 16:18
Laatst bijgewerkt: 16 mrt 2010, 16:18
Advertentie

Een bekende triviantvraag in de categorie voetbal: Edwin van der Sar, Clarence Seedorf, Jaap Stam, Marco van Basten, Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Harry Decheiver. Wat hebben deze voetballers gemeen? Antwoord: Allen wonnen de Wereldbeker voetbal voor clubteams bij een buitenlandse club.

“Laten we hier naar binnen gaan”, zei Vliege, een goede maat van me. Ik was in eerste instantie niet voor. De kroeg aan de Brink, een partykroeg van het ergste soort, zag er niet uit als een plek waar ik voor mijn plezier naar binnen zou gaan. Het was een vreemde avond ergens in 2004 geweest en ik was bijzonder dronken terecht gekomen in Deventer in De Boemel. Toch eenmaal binnen zochten we de bar op en gingen vrolijk door met zuipen waar we gebleven waren. We waren de hele avond al aan het proberen elkaar te overtreffen met zogenaamde “vergeten voetballers”. Jongens die je totaal vergeten bent, maar als je de naam hoort direct weer herkent. In de loop van de avond waren voetballers als Toine Rorije, Leonard van Utrecht, Andre Karnebeek Leroy Echteld, Roberto Lankohr, Sylvan Inia, Bram Marbus, Michel Langerak, Jack de Gier, Geert Brusselers, Max Houttuin, Huub Loeffen, Ivar van Dinteren, Michel Boerebach, Tieme Klompe, Rolf Landerl, Edwin Gorter, Anders Nielsen en Piet Keur inmiddels de revue gepasseerd. Toen ik met Ali Ibrahim kwam, counterde m’n maat met Prince Polley. Terwijl ik probeerde met een betere vergeten voetballer op de proppen te komen, draaide ik naar links. Toen ik de man aan de bar zag zitten viel ik stil. Het getekende gezicht. De lange haren iets minder lang, maar perfect in model geknipt. Hij was ouder geworden maar hij was het onmiskenbaar. Ik draaide terug naar Vliege. “Harry Decheiver”, zei ik. Mijn maat begon te lachen. “Goeie, daar had ik lang niet aan gedacht zeg!” “Nee naast me zit Harry Decheiver”.

Vanaf het begin dat ik het voetbal volg is Decheiver een held van me geweest. Zijn begin als local hero bij Go Ahead. De promotie naar de eredivisie met die club in 1990. Zijn transfer naar Heerenveen die hem niet helemaal bracht wat hij ervan verwachtte. Zijn overgang naar RKC en zijn misschien wel beste seizoen 1991/92. Met zijn negentien goals werd hij tweede in het topscorerklassement. Achter Dennis Bergkamp maar vóór Wim Kieft, Youri Mulder en Stefan Petterson. In zijn jaren bij RKC manifesteerde hij zich op een manier waar hij nog bekend om is. De perfecte vedette voor een degelijke middenmoter. Door zijn debuutseizoen was hij in Waalwijk mateloos populair. Hij was eigenzinnig en kon nonchalant zijn, maar als hij het op zijn heupen had kon je je beter bergen. Helaas kreeg hij in zijn tweede en derde seizoen problemen aan zijn knie, een kwetsuur die hem zijn hele carrière zou achtervolgen. Na RKC klopte jeugdliefde Go Ahead weer bij hem aan. Na anderhalf seizoen hier te hebben gespeeld meldde in de winter van het seizoen 1995/96 Freiburg zich voor Decheiver. In dit eerste halve seizoen bij Freiburg scoorde hij in tweeëntwintig wedstrijden elf goals en werd een ware cultheld in Duitsland. Getooid met de bijnaam Der Knipscher, vanwege zijn vermogen om uit het niets een goal te maken, werd hij in Freiburg erg geliefd. Toch vertrok hij. Redenen werden er niet genoemd maar het roddelcircuit dacht te weten dat hij gokverslaafd was, of dat dan toch zeker zijn vrouw met de hoofdtrainer vreemdging. Utrecht hapte en kocht hem. Hoewel het koppel Mols - Decheiver er een was om van te watertanden, werd dit geen gelukkig huwelijk. De selectie had maar moeite met deze pseudo-vedette en na een half jaar vertrok hij voor ongeveer zes miljoen gulden naar de Duitse grootmacht Borussia Dortmund. Zijn naam in de Bundesliga was nog steeds aardig groot en BVB was in haar nopjes met Decheiver. Zijn verblijf werd echter niet wat hij ervan had verwacht. Geteisterd door blessures, won hij nog wel de wereldbeker voor Clubteams. Ook speelde hij eventjes mee in de verloren halve finale tegen Real Madrid, de latere winnaar van het toernooi. Het zou –geheel in stijl- zijn laatste wedstrijd worden want op 29-jarige leeftijd werd hij afgekeurd wegens een kapotte knie en slijtage aan de heupen.

En nu zat hij hier. In eerste instantie klapte ik dicht. Het gevaar bij oud-voetballers is dat ze al snel een circusnummertje worden. Grootste voorbeeld is natuurlijk Jean-Marie Pfaff maar ook als ik in het Amsterdamse uitgaansleven bijvoorbeeld Michel Kreek, Winston Bogarde of Bryan Roy tegen kom is het al snel: “Winston, he gasten kijk eens met wie ik aan het zuipen, ben! Lachen, jasje aan of uit Winston? Foto voor op mijn hyves?!” Dit vind ik een groot gevaar omdat het beeld wat ik heb van voetballers kapotmaakt. Maar na dit wat aarzelend begin kwamen we, gedragen door de drank al snel met Harry in contact. Ja, het ging goed, hij had samen met zijn vrouw een videotheek. Hij woonde hier in Deventer, trainde SVI wel eens en voetbalde zelf ook nog wel, bij Helios in een bierteam. Naarmate het gesprek vorderde werd het interessanter, aan de ene kant door de rijkelijk vloeiende alcohol, maar ook door het feit dat Harry doorhad dat wij kenners waren. Al snel hadden we het over Dortmund, de Wereldbeker en uiteindelijk over Freiburg. “Maar Harry, wat is er nou daadwerkelijk gebeurd dat je daar weg moest?” vroeg ik. Hij glimlachte wat geheimzinnig. “Laten we zeggen dat de roddelpers op de goede weg was..” Hier liet hij het bij en we begrepen dat we er verder niet naar moesten vragen.

Toen de kroeg dichtging, waren we inmiddels beste vrienden met Harry. “Afterparty in de videotheek?” vroeg Harry. En zo gebeurde het dat twee opgeschoten en stomdronken ventjes samen met een minstens zo dronken Harry Decheiver om vijf uur ’s nachts naar Die Hard keken in een videotheek in ergens in Deventer.

Ik begrijp dat hij nu werkt bij een HR-Management kantoor en zijn videotheek heeft verkocht. Die ene avond in Deventer stal hij definitief mijn hart. Vergeten misschien wel, maar Harry Decheiver blijft voor mij net zo onnavolgbaar als hij ooit op het veld was.