voetbalzone

Vlaar geïmponeerd door ‘snelle leerling’ van Ajax: ‘Ik vind het leuk om te zien’

Chris Meijer26 mrt 2022, 08:44
Laatst bijgewerkt: 26 mrt 2022, 08:44
Advertentie

Ron Vlaar is onder de indruk van de ‘stormachtige ontwikkeling’ van Jurriën Timber. De oud-verdediger, tegenwoordig analist en assistent-trainer bij AZ Onder 17, zegt het in gesprek met De Telegraaf ‘leuk te vinden’ dat de Ajacied ‘zo zelfverzekerd overkomt’. Tegelijkertijd benadrukt Vlaar dat er voor Timber nog wel het nodige te leren valt.

“Hij is pas twintig jaar en maakt een stormachtige ontwikkeling door. Hij heeft bijna zeventig duels in Ajax 1 achter zijn naam en speelde in de Champions League. Ik vind het leuk om te zien dat zo’n jonge speler zo zelfverzekerd overkomt”, zo geeft Vlaar te kennen. Hij benadrukt tegelijkertijd dat Timber nog veel te leren heeft. “Dan denk ik aan de 0-1 van Benfica. Soms moet je met situaties worden geconfronteerd om beter te worden. Dan is het zaak om zo snel mogelijk stappen te zetten. Dat zit bij Timber wel goed, denk ik. Een snelle leerling.”

Desondanks denkt Vlaar dat Timber geen basisplaats zal hebben in de driemansdefensie van Oranje op het WK in Qatar. “Stefan de Vrij, Virgil van Dijk en Matthijs de Ligt zijn in mijn ogen wereldtop, maar het is wel een nadeel dat er geen linkspoot bij zit, want de linker en de rechter centrale verdediger zijn belangrijk in de opbouw. Waarbij wel aangetekend dat Virgil bij Liverpool – in de viermans-defensie – aan de linkerkant staat en Stefan ook vanaf links kan spelen.”

Vlaar maakte op het WK van 2014 deel uit van de driemansdefensie van Van Gaal, waarmee Oranje uiteindelijk derde werd. “Gezien de kwaliteiten van de selectie heb ik er alle vertrouwen in dat Louis weer iets bedenkt waarmee hij – in combinatie met zijn aanpassingsvermogen aan de tegenstander – op het eindtoernooi kan verrassen”, stelt Vlaar. “Ik vind dat Oranje altijd het hoogste moet nastreven en waarom zouden we niet weer ver kunnen komen of zelfs het toernooi niet kunnen winnen? Is Nederland topfavoriet? Nee. Waren wij dat in 2014? Nee.”