voetbalzone

Een Canarinho in Oranje

Joost van Gisbergen05 jun 2011, 15:38
Laatst bijgewerkt: 05 jun 2011, 15:38
Advertentie

Vijf jaar geleden probeerde de Ivoriaan Salomon Kalou een Nederlands paspoort te krijgen, nadat bondscoach Marco van Basten hem een plaats in de selectie voor het WK van 2006 had gegarandeerd. Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk lag echter dwars door verschillende malen zijn verzoek om naturalisatie af te wijzen. In 2007 koos de spits eieren voor zijn geld en besloot hij alsnog voor zijn geboorteland uit te gaan komen.

/

FC Twente-verdediger Douglas Franco Teixeira, kortweg Douglas, slaagde eerder dit jaar in tegenstelling tot Kalou wèl voor zijn inburgeringexamen en heeft bovendien een Nederlandse vriendin waarmee hij inmiddels een dochter heeft. Hij kan daarom goede hoop koesteren op een Nederlands paspoort. En daarna wellicht in aanmerking komen voor het Nederlands elftal.

De kwesties omtrent Kalou en Douglas zorgden in Nederland voor veel discussie en riepen ook de onvermijdelijke onderbuikreacties op, zoals "Het Nederlands Elftal moet gewoon uit Nederlanders bestaan", "Niemand zit te wachten op deze nep-Nederlander in Oranje" (bron: NuJij.nl) en “Als een ijsschots in de Sahara!” (VKBlog.nl).

Voor de argumenten van zowel voor- als tegenstanders van de naturalisatie van buitenlandse voetballers is wat te zeggen. Aan de ene kant is iedereen die in het bezit is van een Nederlands paspoort feitelijk een “echte” Nederlander en is het sowieso prettig als de bondscoach een extra speler ter beschikking krijgt voor een positie waar de opties momenteel beperkt zijn. Aan de andere kant staan landenteams, in tegenstelling tot clubteams, nog echt ergens voor en zou het jammer zijn als dat steeds verder zou vertroebelen door "transfers" van spelers van het ene land naar de andere (al is het een verzachtende omstandigheid dat een speler tegenwoordig maar voor één land officiële interlands mag spelen).

Spelers die uitkomen voor een “nieuw” thuisland zijn echter verre van ongebruikelijk. Zo werd Italië al in 1934 Wereldkampioen met een selectie met daarin maar liefst zes niet-Italiaanse spelers. Attilio Demaria, Enrique Guaita, Raimundo Orsi en Luis Monti waren geboren Argentijnen (de laatste werd in 1930 zelfs wereldkampioen met zijn vaderland), Filó was een Braziliaan en Mario Varglien kwam uit het huidige Kroatië. Pikant detail is overigens dat vier van deze spelers helemaal niet speelgerechtigd waren voor Italië.

Ook enkele van de grootste voetballers uit de geschiedenis wisselden lang geleden al van land. Eusébio werd in 1942 geboren in Mozambique, destijds een Portugese kolonie, en vertrok pas op 18-jarige leeftijd naar Portugal om niet lang daarna voor dit land te debuteren. De grote Alfredo Di Stéfano kwam in 1926 ter wereld in Argentinië als zoon van Italiaanse ouders, hij zou voor drie landen uitkomen: zijn geboorteland, Colombia en Spanje. Ook Ferenc Puskás, geboren in 1927 en de grootste speler die de voormalige voetbalgrootmacht Hongarije ooit voortbracht, besloot na een transfer naar Spanje uit te gaan komen voor zijn nieuwe thuisland.

Er waren ook enkele Nederlanders die uitkwamen voor meerdere nationale elftallen. De in Nederlands-Indië geboren Law Adam speelde in 1929 één interland voor Zwitserland, het land waarin hij studeerde, in 1930 en 1931 gevolgd door elf wedstrijden voor het Nederlands Elftal. Sjel de Bruyckere speelde zeven interlands voor Nederland (waardoor hij nog altijd recordinternational is van Willem II), waarna hij emigreerde naar Australië en ook daar voor de nationale ploeg uitkwam. Meer recentelijk speelde Jeremain Lens een (niet door de FIFA erkende) interland voor Suriname alvorens uit te komen voor Oranje.

Bestudering van de selecties van het Wereldkampioenschap van 2010 laat zien dat het tegenwoordig verre van ongewoon is dat nationale teams zeer internationale gezelschappen zijn. En dan doel ik nog niet eens op landen waarvoor traditioneel veel zonen van immigranten uitkomen, zoals Australië, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, Frankrijk (afgelopen zomer zaten in de Franse selectie spelers met ouders uit Senegal, Martinique, Guadeloupe, Ivoorkust, Benin, Algerije, Frans-Guyana, Congo, Mali en Spanje) en ook Nederland (Bert van Marwijk selecteerde vijf Nederlanders met Surinaams, drie met Indonesisch, twee met Marokkaans en één met Antilliaans bloed).

Verschillende landen konden in Zuid-Afrika een half elftal opstellen met spelers die elders geboren waren. Voor Duitsland werden de geboren Polen Lukas Podolski, Miroslav Klose, Piotr Trochowski, de Braziliaan Cacau en de voormalige Joegoslaaf Marko Marin geselecteerd. De Zwitserse selectiespelers Valon Behrami, Albert Bunjaku en Xherdan Shaqiri kwamen eveneens ter wereld in het toenmalige Joegoslavië, hun teamgenoten Gelson Fernandes en Blaise Nkufo respectievelijk in Kaapverdië en Zaïre. Voor Portugal kwamen de van oorsprong Braziliaanse voetballers Liédson, Pepe en Deco uit, evenals de Kaapverdiaan Rolando, de Venezolaan Danny en de Canadees Daniel Fernandes.

Toegegeven, een Braziliaan in het Nederlands elftal, het zou even wennen zijn. Maar toch zeker niet heel ongebruikelijk. Duitsland, Armenië, België, Qatar, Chili, Kroatië, Spanje, de Verenigde Staten, Equatoriaal-Guinea, Hongarije, Italië, Japan, Mexico, Portugal, Polen, Tunesië, Turkije en Vietnam gingen ons voor en hebben of hadden allen minstens één geboren Braziliaan in het nationale elftal staan.

/

Of Douglas met zijn recentelijk wisselvallige prestaties en soms onbezonnen gedrag een aanwinst zou zijn voor het Nederlands Elftal is een discussie waar ik me nu niet aan zal branden. Wel vind ik het ietwat naïef om Douglas uit het Nederlands elftal te willen weren omdat hij geen "echte" Nederlander is. Feitelijk is het simpel. Wie wel en wie niet een Nederlands paspoort krijgt is een politieke kwestie. Daarna is het aan de bondscoach om de beste voetballers met een Nederlands paspoort te selecteren. Of Douglas in Oranje hoort is dus, zolang het niet om zijn kwaliteiten als voetballer gaat, alleen in politiek opzicht een relevante kwestie. Tussen bezitters van een Nederlands paspoort mag geen onderscheid gemaakt worden.

Realistisch bekeken: als we stug blijven protesteren tegen genaturaliseerde spelers in Oranje lopen we niet alleen internationaal achter de feiten aan, maar lopen we ook het risico dat men in de toekomst op dezelfde manier naar ons zal kijken zoals wij nu kijken naar de koppige KNVB-bonzen die in de vroege jaren vijftig de invoering van het betaald voetbal koste wat kost tegen wilden houden.