‘Mijn familie en vrienden vragen vaker: ‘Wat als Oranje ooit voor je komt?’’
Iemand met de achternaam Van der Putten die op een WK voor een ander land dan Nederland of België speelt? Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar binnen een aantal jaar zou het zomaar waarheid kunnen worden. Santiago van der Putten Campos, zoon van een Nederlandse vader en een Costa Ricaanse moeder, is momenteel een van de grootste talenten van Costa Rica. Na een stageperiode bij het Portugese Boavista speelt de aanvoerder van Costa Rica Onder-17 sinds kort voor Alajuelense, de regerend kampioen van het Midden-Amerikaanse land. Als het aan de zestienjarige verdediger ligt, staat de eerste echte halte in Europa al vast: zijn 'tweede land' Nederland.
Door Chris Meijer
“Dankzij mijn opa ken ik wel een aantal Nederlandse woordjes. Johng-uh-tjuh, bijvoorbeeld. Ik weet niet of ik het goed uitspreek?” Santiago van der Putten spreekt het woord voorzichtig uit en wacht daarna met een glimlach op goedkeuring. “Goed? Ik heb altijd Nederlands willen leren spreken en begrijpen, maar het is heel moeilijk. Alle Nederlanders spreken en begrijpen ook Engels, dat scheelt. Ik zie er verder ook niet echt Nederlands uit, toch?” Op het eerste oog is de link met Nederland ver te zoeken, maar alleen zijn oer-Hollandse achternaam verraadt zijn achtergrond. “Ik ben vier jaar geleden voor het eerst in Nederland geweest om familie op te zoeken. Het was zó anders dan Costa Rica. De taal, de mensen, het weer... Ik woon in een land waar het nooit kouder is dan achttien graden. Toen ik in Nederland was, was het drie of vier graden. Ik bevroor, niet normaal.”
Van der Putten heeft het voetbal in Nederland altijd op de voet gevolgd. Omdat Bryan Ruiz jarenlang furore maakte bij FC Twente maakte, maar ook omdat zijn vader nog altijd fan van Ajax is. “We hebben nog veel van de Ajax-shirts vanuit zijn jeugd hier liggen. Al mijn liefde gaat naar Costa Rica, maar van kleins af aan heb ik op de WK’s ook met speciale aandacht naar Nederland gekeken. Ik heb gehuild tijdens het WK van 2010, toen we de finale verloren. Het doelpunt van Van Bronckhorst tegen Uruguay kan ik me nog heel goed herinneren, ik heb zo hard gejuicht. De wedstrijd op het WK 2014 tegen Spanje... Uiteindelijk voelt Nederland toch als mijn tweede thuis. Het is een droom om ooit voor Ajax of in de Johan Cruijff ArenA te spelen. Maar ook PSV, Feyenoord of ergens anders in de Eredivisie zou ik geweldig vinden.”
Na een turbulent 2020 is dat geen onrealistische droom voor Van der Putten, iemand die ondanks zijn nog piepjonge leeftijd haast moeiteloos de juiste woorden weet te vinden. Een jaar geleden speelde hij nog in de jeugdopleiding van Fútbol Consultants Alajuelita. De club op het tweede niveau van het Costa Ricaanse voetbal heeft samen met de absolute topclubs Deportivo Saprissa en Liga Deportivo de Alajuelense - bijgenaamd La Liga - de beste jeugdopleiding van het Midden-Amerikaanse land. Maar Van der Putten kwam begin 2020 op een punt waarop hij ging denken aan zijn ideale pad richting het profvoetbal. “Ik achtte het niet ideaal om bij Consultants door te stromen naar het eerste elftal. Het doel van de club is niet per se om te promoveren, maar meer om jonge spelers een kans te geven om ervaring te geven en zich in de kijker te spelen bij clubs op het hoogste niveau. Als ik een grote stap wilde zetten, moest ik naar een club op het hoogste niveau. Op je vijftiende of zestiende breken de belangrijkste jaren aan in je ontwikkeling.”
De deur naar een club op het hoogste niveau had, in de woorden van Van der Putten, altijd open gestaan. Als speler van Consultants behoorde hij steevast tot de nationale jeugdteams en het meest recent was hij de aanvoerder van Costa Rica Onder-17. In eerste instantie verkoos Van der Putten Saprissa boven Alajuelense. “Mijn familie is fan van Saprissa, dus daarom maakte ik toen die keuze”, verklaart hij. Door de coronapandemie raakte zijn carrière bij Saprissa al snel in een stroomversnelling. “Het heeft jeugdspelers enorm geholpen, aangezien clubs geen geld hebben om grote transfers te doen of spelers uit het buitenland te halen. Daardoor werd ik doorgeschoven naar het eerste elftal, waar ik meetrainde. Ik was net zestien. Ineens trainde ik met volwassen mannen, in plaats van jongens van zeventien, achttien of negentien. Ik had een ploeggenoot van 38, ik had nog tegen zijn zoon gespeeld in mijn jeugd.”
“Toen ik werd doorgeschoven, ontstond er plotseling veel aandacht. Costa Rica is een klein land, er is niet veel nieuws. Dus kleine veranderingen worden behoorlijk uitvergroot. Ik was aanvoerder van Costa Rica Onder-17, maar dat is qua druk niks vergeleken met de kritiek en aandacht die je krijgt als je wordt doorgeschoven naar een eerste elftal van een topclub. Ondanks dat ik zestien ben en mijn debuut niet heb gemaakt, is er toch kritiek. In een week moest ik veel dingen leren”, gaat Van der Putten verder. Was zijn profdebuut dan ook dichtbij bij Saprissa? “Nee, dat denk ik niet”, luidt het realistische en eerlijke antwoord. “Ik ben altijd de jongste in mijn lichting geweest. Dat moet ik begrijpen, er zijn nog veel dingen die ik kan ontwikkelen. De positie van centrumverdediger is erg moeilijk voor een jonge speler, daarom neem ik graag een voorbeeld aan Matthijs de Ligt. Hij speelde op zijn zeventiende in het eerste van Ajax, was op zijn achttiende aanvoerder en vertrok op zijn negentiende. Ik heb video’s van hem gezien, waarin hij op jonge leeftijd zich een echte leider toont. Dat is voor mij het bewijs dat leeftijd niet uitmaakt, als je maar hard werkt.”
Ondanks dat Van der Putten nog wachtte op zijn profdebuut in het eerste elftal, kreeg hij in het najaar wel al een kans in Europa. Zijn zaakwaarnemer vertegenwoordigt eveneens de belangen van Alberth Elis, een Hondurese vleugelaanvaller die voor een miljoen euro door het Portugese Boavista werd overgenomen van Houston Dynamo. Tijdens de gesprekken in Portugal viel de naam van Van der Putten. ‘Laat hem komen, dan kunnen we hem aan het werk zien’, kreeg zijn zaakwaarnemer toen te horen. “Voor mij was het een verrassing. Binnen vijf dagen moest ik de beslissing nemen of ik naar Portugal zou gaan. Ik was zó blij, want dit is de droom voor een speler uit Midden-Amerika: naar Europa vertrekken om daar in een jeugdopleiding te spelen. Dat is nog steeds mijn droom, daar is niks aan veranderd. Het pad is alleen iets veranderd.” De stageperiode bij Boavista pakte namelijk niet helemaal uit zoals Van der Putten het gehoopt had. Na een aantal weken met de Onder-19 van de club uit Porto te hebben meegetraind, zag hij zich genoodzaakt om terug te keren naar Costa Rica.
“Het was een moeilijk om terug te keren naar Costa Rica. Ik ben pas zestien en was bereid om alles hier op te geven om mijn droom na te jagen. Natuurlijk is het dan moeilijk om zo snel weer terug te keren, maar ik probeer het als iets positiefs te zien en de ervaring te gebruiken. Ik hoop dat ik nu ook beter voorbereid ben op een eventuele nieuwe kans in Europa”, zo relativeert hij de teleurstelling. In zijn thuisland stonden de grootmachten Saprissa en Alajuelense direct weer klaar om hem met open armen te ontvangen. Deze keer was de keuze een stuk lastiger dan eerder in het jaar. “Ik kan niet ontkennen dat ik als kind fan was van Saprissa. Ondanks dat ik nog maar zestien ben en nog graag het kind ben dat fan is van zijn lokale club, moet ik begrijpen dat ik gewoon moet kiezen voor de plek waar ik me het beste kan ontwikkelen. Een professionele mindset, het gaat er niet om van welke club je fan bent. Natuurlijk was het moeilijk op deze leeftijd, mijn moeder wilde eigenlijk dat ik niet naar Alajuelense ging. Zij is een fan van Saprissa.”
Toch viel zijn keuze nu op Alajuelense, regerend kampioen van Costa Rica en de grote concurrent van Saprissa. “In Costa Rica heb je bijvoorbeeld lang niet bij iedere club een gym, waar je iedere dag kan trainen. Dat was ook een factor, ik kan me zo beter ontwikkelen. Op dit moment is Alajuelense de beste en meest stabiele club van Costa Rica, met het jongste elftal. De gemiddelde leeftijd is 22, ofzo”, verklaart hij. Bovendien staat Van der Putten nu dagelijks op het trainingsveld met Johan Venegas, Marcel Hernández én Ruiz, volgens hem het beste aanvalstrio van de Costa Ricaanse competitie. “Als ze me weten te passeren, is dat ook goed. Want dan weet ik wat ze doen en kan ik ze de volgende keer weer afstoppen.” Vooral het samenspelen met Ruiz maakt iets bijzonders los bij Van der Putten. De 124-voudig international van Costa Rica, die kampioen werd met FC Twente en ook nog een halfjaar op huurbasis voor PSV speelde, keerde afgelopen zomer terug bij zijn jeugdliefde Alajuelense.
“Hij is de aanvoerder, heeft ervaring bij Twente, Fulham en Sporting, weet wat het beste voor ons is en helpt ons allemaal verder”, glundert Van der Putten. Na een korte stilte gaat hij verder: “Natuurlijk is het speciaal om met Ruiz te spelen. Tijdens het WK 2014 huilde ik zelfs van blijdschap om zijn doelpunten. Ik heb foto’s waarop ik als kind met Ruiz poseerde en nu train ik iedere dag met hem, dat is een droom. We hebben het al wel over Nederland gehad. Hij vertelt me dat de Nederlandse en Portugese competities het beste zijn als eerste halte in Europa. Bryan vond zijn tijd in Nederland geweldig, hij is enorm dankbaar dat hij daar heeft gespeeld. Als ik op termijn mijn debuut maak en me in de kijker speel, adviseert hij me om daarna naar Nederland te gaan. Hij kan me helpen om vanuit hier naar Nederland te komen.”
Terwijl de carrière van Ruiz op zijn einde loopt, geldt Van der Putten als hoop voor de voetbaltoekomst van Costa Rica. Zijn naam wordt in het land in één adem genoemd met die van Manfred Ugalde, die afgelopen zomer door het Belgische City Football Group-filiaal Lommel SK van Saprissa naar Europa werd gehaald. De weg voor Van der Putten naar Europa zou mogelijk nog eenvoudiger moeten zijn, omdat hij over een Nederlands paspoort beschikt en derhalve als EU-speler kan worden binnengehaald. “Iedereen heeft gezien dat jonge spelers het verschil kunnen maken en kunnen worden verkocht, dat is de toekomst van ons land. Dat is ook mijn droom, ik wil zijn voetsporen volgen: mijn debuut maken, spelen en vertrekken.” In Costa Rica is Van der Putten al uitgegroeid tot een kleine bekendheid, zeker op social media.
“Toen bekend werd dat ik naar Alajuelense zou gaan, kreeg ik er op Instagram misschien wel vijfhonderd volgers bij en kwamen er wel vijftig berichten binnen van fans. Terwijl ik nog een nobody ben, ik heb nog geen wedstrijden gespeeld. ‘Welkom bij de beste club van Costa Rica, met de beste fans. We zullen er altijd voor je zijn’, schreven ze. Dat zorgde voor zoveel motivatie om te beginnen met trainen en alles te geven voor de club.” Overigens wisten de fans van Saprissa hem ook te vinden nadat hij bij Alajuelense tekende. “Mensen weten niet precies wat er achter een keuze zit. Er zullen altijd mensen zijn die kritiek hebben op bepaalde keuzes. Ik moet daarvan leren. Spelers als Sergio Ramos krijgen duizenden berichten. Ik zat die tientallen berichten te lezen, daardoor begin je te begrijpen hoe dingen werken.”
Het is wachten tot de volgende halte in zijn nog prille loopbaan: een debuut in de hoofdmacht van Alajuelense. “Ja, ik heb het gevoel dat het dichtbij is. Het is een moeilijke vraag en ik weet niet of het daadwerkelijk dichtbij is. Ik moet iedere dag zorgen dat ik een betere speler ben dan de dag ervoor. Hopelijk kom ik daarmee iedere dag dichter bij mijn debuut. Mogelijk volgt het in het komende halfjaar, maar het kan ook nog jaren duren. Ik hoop dat het snel is”, zegt hij realistisch en bescheiden. Mocht hij de weg van zijn grote voorbeeld De Ligt volgen, zou er na zijn vroege debuut ook zomaar op niet al te lange termijn een oproep voor een nationaal team kunnen volgen.
Maar wat als Oranje straks nog belt? Van der Putten begint al te lachen voor de vraag volledig gesteld is, kijkt even omhoog en geeft na een korte stilte antwoord: “Mijn familie en vrienden vragen vaker: ‘Wat als Oranje ooit voor je komt?’ Dat is iets dat ik pas weet als het daadwerkelijk gebeurt. Natuurlijk zou ik geweldig vinden om voor Oranje te spelen. Maar het zou ook geweldig zijn om voor Costa Rica te spelen. Ik weet het niet. Spelen voor het nationale team is al een droom die uitgekomen is. We houden in Costa Rica enorm van ons land en het voetbal, ik ging dolgraag naar het stadion. Dat ik aanvoerder kon zijn van Costa Rica, gaf me het gelukkigste gevoel in mijn leven. Ik kan niet geloven dat dit al gebeurd is.”